blog | werkgroep caraïbische letteren

Drie nieuwe Knipscheerboeken: Schaduwvrouw, Duizend leugens bruidstaart en De terugkeer van Bonifaco

door Eric C. de Brabander

Uitgeverij In de Knipscheer heeft in Nederland de naam de uitgever te zijn van Nederlandse postkoloniale literatuur. Dat is gedeeltelijk waar. De uitgever heeft een uitgebreid aanbod Nederlandstalige en vertaalde literatuur waaronder postkoloniaal werk, maar ook veel prachtige boeken over muziek, vaak zit daar dan een CD in bijgesloten. Ernst Jansz, leadzanger van de Nederlandse popgroep Doe Maar heeft zich ontpopt als schrijver en kwam kortgeleden uit met een door Knipscheer uitgegeven boek waarin de door hem vertaalde en gezongen teksten van Bob Dylan die daarvoor dit jaar de Nobelprijs kreeg.  Er zijn meerdere uitgevers met Indische, Antilliaanse en Surinaamse auteurs in haar bestand.

 

franc-knipscheer-jean-van-lingen

Franc Knipscheer (links) tijdens de Caraïbische Letterendag, 2014. Foto © Jean van Lingen

Maar dat neemt niet weg dat Frank Knipscheer die 40 jaar geleden de uitgeverij met zijn een aantal jaar geleden overleden broer Jos opstartte, tezamen met zijn vrouw en zijn team tot op heden de belangrijkste promotoren zijn van literatuur van onze eilanden. Zonder de inzet van deze bezielende mensen waren Antilliaanse schrijvers van naam in Nederland nooit uitgegeven. In ons overzeese gebiedsdeel, Nederland wel te verstaan, is de culturele interesse voor de Caribische eilanden jarenlang onder de maat geweest. Dat zal te maken hebben met de golf negatieve informatie over corruptie en misdaad in de Nederlandse media. Ook de Caribische literatuur speelde tweede viool. Mensen als Franc Knipscheer hebben zich jaar in jaar uit hard gemaakt om de nieuwsgierigheid bij onze Europese rijksgenoten naar onze literatuur erin te houden. Wat mij betreft verdient Franc daarvoor een lintje. Een nominatie voor de Boeli van Leeuwen- of de Cola Debrotprijs zou naar mijn mening niet onterecht zijn.
Dit jaar verscheen er wederom een aantal boeken uit onze windstreken waaruit ik er drie gekozen heb om te bespreken.

 

jos-knipscheer-in-1988

Jos Knipscheer in 1988

Schaduwvrouw van Margarita Molina is een in de ik-vorm geschreven boek van bijna 300 bladzijden met sterk autobiografische kenmerken. Beschrijvingen van gebeurtenissen en sexuele escapades zijn zo intiem dat ik vermoedde dat Margarita Molina een pseudoniem was. Franc Knipscheer bevestigde dit en wilde alleen vermelden dat het een auteur op gevorderde leeftijd betrof, die na de Tweede Wereldoorlog als journalist bij een krant haar brood verdiende, op Curacao belandde en een uitzonderlijk veelzijdig en kosmopolitisch leven opbouwde. Hij zei dat hij in zijn loopbaan als uitgever geleerd had niet teveel te vragen, zeker niet over de inhoud van de aangeboden manuscripten, in hoeverre deze fictief waren en in hoeverre gebaseerd op eigen ervaringen. ‘Dat is ook niet belangrijk voor de lezer,’ zei hij. ‘Elke roman heeft autobiografische aspecten, het is nutteloos daarnaar te gaan zitten zoeken.’
Schaduwvrouw is een strak gecomponeerd boek dat de lezer meesleept van Nederland naar Curacao, terug naar Nederland en weer naar ons eiland, in een tijdsbestek van de beginjaren zestig tot eind jaren tachtig. De tekst wordt met regelmaat afgewisseld met gedichten, waarover zodadelijk meer. De hoofdpersoon, Ma, is in 1960 een jonge getrouwde vrouw die er een minnaar op nahoudt. Deze minnaar vertrekt als kortverbander naar Curacao waar ze hem regelmatig opzoekt. Het eiland beïnvloedt haar leven drastisch, zeker als ze op het eiland iets krijgt met Roy, een Curaçaose voordrachtskunstenaar en dichter. Voor hem koestert ze een allesverterende liefde. De relatie is van zulke hevigheid dat deze op een zacht pitje gezet moet worden om niet te barsten. Ze vertrekt van het eiland. Uiteindelijk vindt Ma in Nederland rust bij Sven, die dezelfde interesses met haar deelt. Met hem reist ze de halve wereld over en bestudeert de cultuur van andere volkeren. Ze beschrijft dit als de gelukkigste tijd van haar leven. Samen met Sven gaat ze terug naar Curaçao en huurt daar, ver van de drukte van de stad, bij het dorpje Westpunt een vervallen huisje, dat Sven omtovert tot een kleurrijk paleis van bezinning en rust.

 

molina-schaduwvrouw-75-203x300
Bij dit deel van het boek aangekomen besloot ik nogmaals navraag te doen wie Margarita Molina geweest had kunnen zijn. Ik vroeg het mijn vriend Dany Poulo, de godfather van Westpunt. Dany is de ongekroonde burgemeester van het dorp, sinds mensenheugenis. Hij kent iedereen en eenieder die hulp nodig heeft, advies, of iets wil weten kan bij hem en zijn vrouw Migda terecht. Hij moest me teleurstellen. Hij wist niets van een ruïne, opgeknapt door een Nederlandse ex-politieman die Sven heette en ook niets van zijn vrouw. Hij wist niets van het overlijden aan kanker van Sven en het vertrek uit het dorp van Ma, die al snel weer contact kreeg met haar vroegere geliefde Roy, inmiddels ook kromgebogen van ouderdom, maar nog steeds ervan overtuigd dat Ma de enige ware liefde was die hij ooit gehad had.
Bij elke bladzijde die ik omsloeg boeide het boek me meer. De onopgesmukte taal maakte het een genot door de jaren 60 en 70 van ons eiland te reizen. De gedichten waar het verhaal mee afgewisseld werd waren wat mij betreft niet nodig. Gedichten hoeven niet te rijmen, maar moeten wel dansen en zingen in majeur of mineur. En naar mijn gevoel deden ze dat niet. De dissonantie stoorde me. Ook de Papiamentstalige delen waren stoorzenders. Geen schrijver zou het in zijn hoofd halen een stuk in het Duits op te nemen in zijn boek zonder de spelling te controleren. Het is mij een gruwel telkenmale te moeten constateren dat Nederlandse auteurs met het Papiaments lichtvaardiger te menen mogen omgaan dan met bijvoorbeeld Engels of Duits. Maar dit neemt niet weg dat Margarita Molina een knap stukje literatuur heeft afgeleverd, een boek dat het lezen meer dan waard is.

lebacs-duizend-leugens-bruidstaart

 

Diana Lebacs is het bekendst als auteur van kinderboeken, als voordrachtskunstenaar en actrice. Voor het jeugdboek Nancho van Bonaire ontving ze in 1976 de Zilveren Griffel. Naast de kinderboeken schreef Diana ook gedichtenbundels en boeken voor volwassenen waarvan het pas uitgekomen Duizend Leugens Bruidstaart het laatste is.
Het boek speelt zich af in een dorp in een niet nader te benoemen land waar Skylar samen met zijn alleenstaande moeder een eenzaam bestaan leidt. Skylar is geitenhoeder maar gaat ook naar school waar zijn bijzondere leerkwaliteiten de schoolmeester Jair opvallen. Jorge, de vader van Skylar heeft het gezin verlaten en is een aantal jaren daarvoor vertrokken naar het welvarende buurland. Sindsdien heeft hij niets meer van zich laten horen. Skylar weet zijn moeder over te halen samen met hem op zoek te gaan naar Jorge. Een bevriende grenswachter helpt Skylar en zijn moeder die Naima heet, ‘s nachts de grens over en zorgt voor vervoer van de illegale immigranten naar de dichtstbijzijnde stad, een stad waar ook een tante van Skylar woont en die hen ook opvangt.
Het welvarende land is voor Skylar de bodem waarop hij zijn intellectuele kwaliteiten kan ontwikkelen, Hij krijgt een sportbeurs en studeert uiteindelijk af aan de rechtshogeschool. Na een jarenlange zoektocht naar zijn vader ontmoet hij hem uiteindelijk als toehoorder in een zaal waar Skylar een lezing houdt.
Diana Lebacs heeft, naar het zich laat aanzien, haar uiterste best gedaan de locatie waar het verhaal zich afspeelt onbenoemd te laten. Ze bereikte daarmee dat de thematiek en de probleemstellingen die ze beschrijft in het boek iets universeels krijgen. Tegelijkertijd is de sfeer van het boek sprookjesachtig. Ik dwaalde over de bladzijden rond, me een voorstelling makende van het geschrevene. Dan was ik op een spirituele reis door het platteland van Colombia of Paraguay, dan in Iran of Turkije. Dat was de wereld waarin Skylar zijn transitie maakte van een puber naar een succesvolle jonge volwassene en waarin hij zijn sexualiteit ontdekte
Diana Lebacs schiep met Duizend Leugens Bruidstaart een niet bestaande wereld, tegelijkertijd een herkenbare wereld, een wereld vol verwijzingen naar de onze, vol parallellen met onze interrelationele problemen, politieke verwikkelingen en de impact die dezen hebben op de individuele mens. Een roman over liefde en ontrouw, over vergeving en verlies. Met Duizend Leugens Bruidstaart heeft Diane een interessante bijdrage geleverd aan de moderne Curaçaose literatuur.

 

rach-de-terugkeer-van-bonifacio

Een verrassing was de debuutroman van Chesley Rach, De terugkeer van Ricardo Bonifacio. Chesley ken ik vanaf de middelbare school. Na die tijd zijn we beiden ons weegs gegaan en, ruim 45 jaar na dato ontmoette ik hem weer, nu als schrijver. Geboren en getogen op Curaçao vertrok hij, zoals zoveel anderen, naar Nederland. Hij studeerde stedenbouwkunde aan de TU Delft en was daarna enige jaren werkzaam op Curaçao om uiteindelijk zich voorgoed te vestigen in Rotterdam.
Het boek verhaalt over een Curaçaose man, Ricardo Bonifacio, die na zijn studie sociologie in Nederland blijft werken voor de universiteit waar hij als student begon. Hij promoveert en schopt het uiteindelijk tot hoogleraar. Met zijn relaties is hij wat minder succesvol, deze lopen op de klippen, net zoals zijn huwelijk met de dochter van een Curaçaose notaris. Hij publiceert een sociologisch artikel in een vaktijdschrift over het carnaval op Curaçao en dat wekt de interesse van de Nederlandse cineaste Marlies van der Velde die hem benadert om over het carnaval en de sociologische aspecten daarvan een film te maken. Samen met de filmploeg van Marlies, met wie hij een relatie krijgt, vertrekken ze naar Curaçao. Ricardo wordt na al die jaren geconfronteerd met de gezinspathologie waarmee hij is opgevoed en waarom hij nooit naar zijn geboorte-eiland is teruggekeerd. Vele families hebben hun eigen gedoetjes, gebouwd op jaloezie, ziekelijke geheimen en zaken die onuitgesproken blijven. Vaak zijn ze het sop van de kool niet waard, uiteindelijk zijn het allemaal maar mensen. Maar is het geval van Ricardo’s familie zijn de gebeurtenissen zo heftig geweest dat de haat, nijd en jaloezie die overgebleven is, allesvernietigend blijkt. Ricardo wordt er nu, als volwassen man, in ondergedompeld tegen wil en dank. Zijn kersverse relatie met Marlies is hier niet tegen bestand. Ricardo zelf ook niet, hij belandt in een ‘Boeliaanse’ wereld, vol zwarte gal, eenzaamheid en uitzichtloosheid, terwijl hij geconfronteerd wordt met de demonen uit zijn verleden. Zijn gescheiden ouders blijken anderen te zijn dan dat hij altijd gedacht had. Tijdens het carnaval, subliem gebruikt als metafoor voor het louteringsproces waar Ricardo doorheen gaat, komt hij met zichzelf in het reine.
De roman meandert vanaf de eerste bladzijde traag door de familiehistorie heen. Op de helft is er een versnelling merkbaar, als een rivier die door een ondiepe bedding moet, totdat hij sneller en sneller begint te lopen op weg naar de waterval, de waterval die zo hard nodig is om alle viezigheid van Ricardo af te spoelen zodat hij zijn leven uit de brokstukken weer kan opbouwen.

Chesley Rach moet de werken van Boeli van Leeuwen en Tip Marugg goed tot zich genomen hebben. Keer op keer vallen de overeenkomsten op, in de traditie van de Antilliaanse literatuur. Als mij gevraagd zou worden welke muziek bij de verfilmde versie van dit boek zou passen dan zou ik geen moment aarzelen. Het Adagio for Strings van de 20ste eeuwse Amerikaanse componist Samuel Barber. Het adagio begint in een rustige mineur en glijdt steeds sneller naar een uiteindelijk door merg en been gaand orgasme, waarna de beginaccoorden, als een pleister op de wonde, herhaald worden.
Chesley Rach heeft een knappe debuutroman geschreven, hier en daar naar mijn smaak wat te detaillistisch. Maar de slotaccoorden van dit boek maken dat helemaal goed. Van deze schrijver verwacht ik meer in de toekomst.

 

3 Trackbacks/Pings

Your comment please...

  • RSS
  • Facebook
  • Twitter