blog | werkgroep caraïbische letteren
0
 

De nieuwe Van Donselaar

door Lila Gobardhan-Rambocus

 
Ruim drie maanden na het overlijden van Jan van Donselaar (12 april 2013) verscheen het Woordenboek van het Nederlands in Suriname van 1667 tot 1876, uitgegeven door het Meertens Instituut te Amsterdam in samenwerking met de Nederlandse Taalunie in Den Haag. In dit woordenboek, niet het eerste van Van Donselaar, worden 2100 woorden onder de loep genomen. Zijn doel was het vastleggen van de voorgeschiedenis van het moderne Surinaams-Nederlands. Deze publicatie werd verzorgd door Nicoline van der Sijs, hoogleraar historische taalkunde, bekend van de vele (woorden)boeken over de geschiedenis van het Nederlands.
In 1976 verscheen als eerste het Woordenboek van het Surinaams-Nederlands als uitgave van het Instituut A.W. de Groot voor Algemene Taalwetenschap van de Rijksuniversiteit Utrecht. Dit boek beschrijft 1400 Surinaams-Nederlandse woorden. Een tweede, herziene en uitgebreide, druk verscheen in 1989, toen uitgegeven door Dick Coutinho, Muiderberg. De uitbreiding was enorm: 6600 trefwoorden. Voor dit woordenboek kreeg Van Donselaar de Johan de la Court-prijs van de Koninklijke Nederlandse Academie van Wetenschappen (KNAW). Het is jammer dat dit laatste woordenboek in Suriname nauwelijks verspreid is.
In 2008 publiceerde Renata de Bies WSBN, Woordenboek van de Surinaamse Bijdrage aan het Nederlands met ruim 5000 trefwoorden, dat in 2009 in Nederland uitkwam als Prisma Woordenboek onder de titel Woordenboek Surinaams-Nederlands. Over dit woordenboek stelt Nicoline van der Sijs in haar voorwoord bij de laatste Van Donselaar dat dit een aanvulling is op eerder werk van zijn hand. Volgens De Bies gaat het hier om typisch hedendaagse Surinaams-Nederlandse woorden van de laatste 50 jaar, terwijl Van Donselaar voor zijn twee eerdere woordenboeken vooral gebruik gemaakt heeft van eigentijdse schriftelijke bronnen.
Voor zijn laatste publicatie putte Van Donselaar uit schriftelijke bronnen van 1667 tot 1876, het jaar waarin de leerplicht werd ingesteld. Als beginjaar koos de auteur 1667, omdat vanaf toen het Nederlands de officiële taal werd. Veel Nederlands werd er echter niet gesproken en geschreven, omdat de bevolkingssamenstelling gemengd was: naast de indianen, waren er negerslaven, Engelsen en Portugese joden. Suriname was dus meertalig en is dat tot de dag van vandaag gebleven. Via plakkaten werd de bevolking er echter steeds aan herinnerd dat het Nederlands de enige ambtelijke taal was.
Het Woordenboek van het Nederlands in Suriname van 1667 tot 1876 omvat zeven hoofdstukken. In het eerste hoofdstuk wordt ingegaan op de taal van de Nederlandse bewoners van Suriname tot 1876, het jaar van de instelling van de leerplicht met Nederlands als schooltaal. In hoofdstuk 2 staan de aanwijzingen voor het gebruik van het woordenboek. Bij de opgenomen woorden worden codes vermeld die informatie geven over zaken als de etymologie (herkomst en geschiedenis) van het woord, de tijdvakken en domeinen, waarin het aangetroffen werd. Circa 85% van de woorden kan verdeeld worden over 11 domeinen, die onder te brengen zijn onder de noemer natuur of cultuur. Het gaat hier om woorden voor dieren, wilde planten, cultuurplanten, enzovoort, vallend onder natuur en woorden voor zaken vallend onder de cultuur van de blanken, de slaven of de indianen. In hoofdstuk 3 beschrijft Van Donselaar zijn zoektocht in teksten naar Nederlandse woorden, die hij beschouwt als basis voor het Nederlands dat zich in Suriname ontwikkeld heeft, het Surinaams-Nederlands. Hij somt 54 van de voor hem belangrijkste auteurs over het Nederlands in Suriname tot 1876 op (p. 17-27). In hoofdstuk 4 staat de eigenlijke alfabetische woordenlijst (p. 31-245). Hoofdstuk 5 (p. 247-252) geeft zonder nadere verklaring in ruim vijf pagina’s een alfabetische woordenlijst van ‘duistere en/of onbetrouwbare woorden’ die niet als trefwoord zijn opgenomen.
Hoofdstuk 6, getiteld ‘Contraregisters’ is onderverdeeld in drie paragrafen met een alfabetische woordenlijst: 6.1 geeft van hedendaags en/of toenmalig Europees-Nederlands het toenmalig Surinaams-Nederlandse equivalent; 6.2 geeft van het hedendaags (vanaf 1954) Surinaams-Nederlands het (ook) toenmalig Surinaams-Nederlandse equivalent; 6.3 is een lijst van wetenschappelijke namen van dieren en planten met de toenmalig Surinaams-Nederlandse naam, 1667-1876. Hoofdstuk 7 ten slotte bevat een lijst van literatuur en bronnen.
Een willekeurige greep uit de nieuwe Van Donselaar leverde de volgende nog in dezelfde betekenis gebruikte woorden op: bovenwaarts, dam (op plantage), bakove, banaan, bananenbakove, barbacotten, baskiet, binden (van een hangmat), boomrijp, dieken (uitgraven), districtscommissaris, dram, floridawater, gomma, hemd (overhemd), korjaal, kostgrond, laxans, lota, manja, mati, ogr’ai, pindakaas, het plein (officieel het Onafhankelijkheidsplein), rits (zand- of schelprits), sika, singel (dakbedekking), tomtom, treef, trens, uitlopen (vreemdgaan), zure oranje.
Alleen al hieruit zou men kunnen opmaken dat het Nederlands van 1667-1876 inderdaad, zoals Van Donselaar ook stelt, de basis is van het hedendaagse Surinaams-Nederlands. De basis is vooral sterker geworden in de 19de eeuw, toen de opkomende klasse van kleurlingen, gemanumitteerde en vrijgeboren negers er bewust voor kozen het Nederlands te gebruiken. Mede hierdoor konden ze zich onderscheiden van de slaven. De leerplicht, ingesteld in 1876, deed de rest en zorgde ervoor dat het Nederlands, het Surinaams-Nederlands, op grote schaal ingang heeft gevonden en daardoor een belangrijke taal is geworden in het meertalige Suriname, waar de officiële taal nog steeds Nederlands is. Het Surinaams-Nederlands kreeg, net als het Sranan, een unificerende functie, wat inhoudt dat bijna alle meertaligen met elkaar kunnen communiceren in deze twee talen als ze elkaars talen niet verstaan.
De fascinatie van de bioloog Van Donselaar voor de vreemde Nederlandse woorden, die hij tijdens zijn eerste verblijf in Suriname begon op te schrijven, heeft Suriname drie waardevolle woordenboeken opgeleverd, woordenboeken met een schat aan informatie voor de wetenschapper en de geïnteresseerde lezer. 
J. van Donselaar: Woordenboek van het Nederlands in Suriname van 1667 tot 1876. Amsterdam/ Den Haag: Meertens Instituut/ Nederlandse Taalunie, [2013]. ISBN 9789070389772. Prijs: Euro 25,-

Your comment please...

  • RSS
  • Facebook
  • Twitter