blog | werkgroep caraïbische letteren

Chinezen, Indianen, Negers en Blanken

door Carry-Ann Tjong-Ayong

Vroeger speelden wij naar hartelust Winnetou en Old Shatterhand met nobele Indianen, mijn broers en ik. Oma van moederskant was van Indiaanse afkomst. Maar wij hadden ook zwarte oma’s uit Ghana, een Chinese grootvader en een blanke Joodse grootvader. Meer dan genoeg kleur in huis en dat zag je ook aan ons.

Foto © Nicolaas Porter

 

 

Dat ik als zesjarige in Groningen pinda-chinees, nikkertje en zwartje werd genoemd als ik met hun kinderen speelde, vond ik belachelijk. Ik was altijd dat schattige zwartje met die kroesvlechtjes, dat mee mocht als model naar de plaatselijke schildersclub en nu op ettelijke schilderijen prijk. Maar mijn oudste broer die veel donkerder was, mocht altijd Zwarte Piet zijn of de zwarte Koning Baltasar. Dat leverde hem veel extra cadeautjes en snoep op. Mijn vader was “die zwarte” in het Academisch Ziekenhuis. Het paradepaardje van hoogleraar Chirurgie Leendert Eerland die in recordtijd promoveerde tot chirurg en uroloog en alléén daarom mochten we bij kinderen van deftige mensen thuis komen spelen. Eten mocht soms ook, maar blijven slapen nooit. De kinderen vonden mijn moeder een heks. Ze smulden wel van haar heerlijke maaltijden. Maar wij werden altijd uitgehoord over ons vermeend boomgedrag.

Mijn jongste broer met goudblond, later oranjerood haar, heette “die witte van de dokter”. Zelfs zijn kleinzoon ziet er nog zo uit, want het zit in zijn genen. Vlak na de Tweede Wereldoorlog dacht men dat hij een oorlogsweesje was.
”Wat goed dat jullie hem in huis hebben genomen!”
Nog jaren later werd ik op straat door onbekenden aangehouden, als ik door Groningen liep: “Ben jij niet een van die zwartjes, van die zwarte dokter. Wat een lieve man was dat!”

Komt er ooit een tijd dat wij andersgekleurden of wereldburgers gaan heten en het kinderen wordt verboden ons zwartjes te noemen?

Par’bo 4 mrt 2018

Your comment please...

  • RSS
  • Facebook
  • Twitter