blog | werkgroep caraïbische letteren
Categorie: Cola Debrot-Lezing

Derde Cola Debrotlezing door Antoine de Kom

Joan Ferrier inleider bij derde Cola Debrotlezing
 
U I T N O D I G I N G / 
H E R I N N E R I N G
 
BESTEL NU NOG KAARTEN VOOR 21 JUNI!!
De opening zal worden verricht door mevr. Joan Ferrier, voorzitter van de Stichting Herdenking Slavernijverleden 2013.
De Werkgroep Caraïbische Letteren heeft de eer u  uit te nodigen voor de derde Cola Debrotlezing op vrijdag 21 juni a.s.  in het Theater van het Woord, Amsterdam. De lezing zal worden gegeven door forensisch psychiater en dichter Antoine de Kom.
Antoine de Kom bracht een aantal van zijn jeugdjaren door in Suriname. Die als paradijselijk ervaren tijd, kwam in een geheel ander daglicht te staan, toen hij de gruwelen las die zijn grootvader Anton de Kom beschreef in Wij slaven van Suriname. Sindsdien zijn de vragen van menselijke worteling en identiteit, van de betekenis van etniciteit en historie, van slavenleed en Caraïbische levensvreugde niet meer uit het denken van Antoine de Kom weg geweest. Zij werden de motor van een rijke verbeelding in poëzie en verhalen, en uiteindelijk in breder verband ook van een beschouwing van het kwaad in het menselijke brein. Als kleinzoon van de man die de geschiedschrijving van Suriname een definitief ander aanzien gaf, geeft Antoine de Kom een hoogst persoonlijke reflectie op zijn eigen positie en die van de twee culturen waarmee hij zich verbonden weet: de Caraïbische en de Europese. De herdenking van 150 jaar afschaffing van de slavernij geeft aan zijn lezing nog een bijzondere kleur.
Eerder werd de lezing gegeven door Nobelprijswinnaar Derek Walcott en de Amerikaans-Cubaanse romanschrijfster Ana Menéndez.
De derde Cola Debrotlezing vindt plaats op vrijdag 21 juni 2013, aanvang 20.00 uur. Als moderator treedt op Michiel van Kempen, bijzonder hoogleraar Caraïbische literatuur aan de Universiteit van Amsterdam.
Plaats: Theater van het Woord, in de Openbare Bibliotheek Amsterdam, Oosterdokskade 143, 1043 DL Amsterdam, op wandelafstand van het Centraal Station.
Reserveren kan uitsluitend door overmaking van € 7,50 op ING bank 3027698 t.n.v. Werkgroep Caraibische Letteren, Leiderdorp. Vermeld duidelijk naam, postcode en huisnummer! Alle eerste 125 reserveerders krijgen gratis een verhalenbundel over de slavernij!
Deze avond komt tot stand met steun van de Stichting Herdenking Slavernijverleden 2013.

Antoine de Kom geeft derde Cola Debrot-lezing

Dichter en forensisch psychiater Antoine de Kom houdt de derde Cola Debrotlezing op vrijdag 21 juni 2013. De Kom bracht een aantal van zijn jeugdjaren door in Suriname. Die als paradijselijk ervaren tijd, kwam in een geheel ander daglicht te staan, toen hij de gruwelen las die zijn grootvader Anton de Kom beschreef in Wij slaven van Suriname. Sindsdien zijn de vragen van menselijke worteling en identiteit, van de betekenis van etniciteit en historie, van slavenleed en Caraïbische levensvreugde niet meer uit het denken van Antoine de Kom weg geweest. Zij werden de motor van een rijke verbeelding in poëzie en verhalen, en uiteindelijk in breder verband ook van een beschouwing van het kwaad in het menselijke brein. Als kleinzoon van de man die de geschiedschrijving van Suriname een definitief ander aanzien gaf, geeft Antoine de Kom een hoogst persoonlijke reflectie op zijn eigen positie en die van de twee culturen waarmee hij zich verbonden weet: het Caraïbische en het Europese. De herdenking van 150 jaar afschaffing van de slavernij geeft aan zijn lezing nog een bijzondere kleur.

Antoine de Kom debuteerde in 1991 bij Querido met de virtuoze poëziebundel Tropen. Daarna volgden De kilte in Brasilia (1995), Zebrahoeven (2001), Chocoladetranen (2004) en De lieve geur van zijn of haar (2008). Hij publiceerde met regelmaat in tijdschriften als  De Gids,  De Revisor en Hollands Maandblad. Zijn beschouwingen over delinquente geesten van alle tijden bundelde hij in Het Misdadige Brein : over het kwaad in onszelf (2012). Zomer 2013 verschijnt nog steeds bij Querido zijn zesde dichtbundel Ritmisch zonder string.
De Cola Debrot-lezingen worden georganiseerd door de Werkgroep Caraïbische Letteren en werden eerder gegeven door Nobelprijswinnaar Derek Walcott en de Cubaans-Amerikaanse schrijfster Ana Menéndez.
De derde Cola Debrotlezing vindt plaats op vrijdag 21 juni 2013, aanvang 20.00 uur.
Als moderator treedt op Michiel van Kempen, bijzonder hoogleraar Caraïbische literatuur aan de Universiteit van Amsterdam. Het publiek wordt in de gelegenheid gesteld vragen te stellen aan de spreker.
Plaats: Theater van het Woord, OBA, Oosterdokskade 143, 1043 DL Amsterdam.
Reserveren kan uitsluitend door overmaking van  7,50 op ING bank 3027698 t.n.v. Werkgroep Caraibische Letteren, Leiderdorp. Vermeld duidelijk naam, postcode en huisnummer!
Bij reserveren: gratis boek!
Voor de eerste honderd mensen die reserveren ligt bij de entree een exemplaar klaar van Een zweem van weemoed, verhalen over de Curaçaose slaventijd van Cornelis Ch. Goslinga.

Het 5000ste bericht op deze blogspot!

Vandaag, zaterdag 25 augustus 2012, verschijnt het 5000stebericht op deze blogspot, Caraïbisch Uitzicht. Deze blog bestaat nu ruim vier jaar en heeft zijn bestaansrecht dubbel en dik bewezen. Dagelijks biedt deze blogspot berichten over de literatuur en cultuur van het Caraïbisch gebied en wat daarvan overal over de wereld te bespeuren valt. Vaak eigen berichten, besprekingen en aankondigingen, plus een ruime keuze uit het beste van wat de media aan beide zijden van de oceaan publiceren. Tot vandaag leverde dat ruim anderhalf miljoen bezoeken op: 1.540.000.  

Enkele cijfers

Natuurlijk besteden wij hier aandacht aan alle nieuwe boekuitgaven: 394 recensies verschenen hier, 176 berichten over boekpresentaties, 120 over lezingen, daarnaast ook vele tientallen over de positie van de schrijver, de boekhandel, de uitgeverij, ontwikkelingen op het internet en het terrein van de digitalisering. Trots zijn we op de serie van nu in totaal 168 schrijversportretten die Nicolaas Porter voor ons maakte (te vinden onder het label Werkgroepportretten). Er verschenen 405 gedichten, 128 columns,62 reisverslagen,  45 essays, 45 verhalen. Er verschenen 120 In memoriams: vooral het overlijden van Clark Accord en Anil Ramdas kreeg bijzondere aandacht.    

Maar daarnaast is er consequent aandacht geweest voor beeldende kunst (289 berichten),  theater (225), muziek, architectuur, dans, erfgoed, talen en fotografie – we proberen de berichten zoveel mogelijk te voorzien van hoogwaardige afbeeldingen, dat lukt vaak, maar bij sommige meer journalistieke items niet altijd.    

Open oog

Al is Caraïbisch Uitzicht primair een cultureel blog, we houden wel altijd een open oog voor ontwikkelingen in de wereld. Er is veel aandacht voor geschiedenis (met 192 berichten over de slavernij!), kolonialisme en dekolonisatie, veel aandacht ook voor onderwijs, en wetenschap, journalistiek en kranten, en berichten over mensenrechten en de vrijheid van meningsuiting vinden hier altijd een plekje.    

Populairste berichten

Deze blog trekt lezers van over de hele wereld. Het grootste aantal bezoekers kregen deze drie berichten:

1.       Blue skies voor Sonny Boy (4560 bezoekers; gepubliceerd op 18 januari 2011)
2.       Chinese Theme Park Uses Porn Poster to Advertise for Pirates of the Caribbean Ride (2801; gepubliceerd op 7 juni 2011)
3.       Miss India Suriname is verdieping cultuurbeleving (2463; gepubliceerd op 23 oktober 2010)  

Veelbesproken auteurs zijn Anton de Kom, Cynthia Mc Leod, Clark Accord, Pierre Lauffer, Michael Slory, Boeli van Leeuwen, Karin Amatmoekrim, Edgar Cairo, Giselle Ecury, Rihana Jamaludin,  Elis Juliana, Diana Lebacs, Bernardo Ashetu. Albert Helman, S. Sombra, Raj Mohan, Anil Ramdas, Dobru, Trefossa, Ismene Krishnadath, Ruth San A Jong, Walter Palm, Rappa en Robert Vuijsje. Vaste bijdragers zijn Carry-Ann Tjong-Ayong, Quito Nicolaas, Jeroen Heuvel, Carl Haarnack, Fred de Haas, Michiel van Kempen, Aart Broek, Els Moor, Peter Meel, Ken Mangroelal, Dwight Isebia, Wim Rutgers, Henry Habibe, Willem van Lit en Nicolaas Porter.  

Toekomst

Deze blog is een non-profit-activiteit, niemand wordt ervoor betaald. We zijn afhankelijk van de welwillendheid van mensen die berichten aanleveren. Dat mag nog groeien, daarvoor is alle ruimte. Wie zich geroepen voelt iets aan te leveren: een bericht, verhaal, gedicht, tekening of wat dan ook: aarzel niet en stuur het naar het emailadres Werkgroepcarlet@gmail.com.

Derek Walcott op Sint Maarten

Nobel prize laureate Derek Walcott to speak in St. Martin

Great Bay, St. Martin (May 22, 2011)—Nobel Prize laureate Derek Walcott is the confirmed keynote speaker for the 9th annual St. Martin Book Fair, June 2 – 4, 2011, said book fair coordinator Shujah Reiph. Freedom of Expression is the theme of the three-day fair that opens with Walcott’s address at the Chamber of Commerce Building in Spring Concordia, Marigot, June 2, at 8 PM.

lees verder…

Derek Walcott wins OCM Bokas Prize

St. Lucian-born Nobel Laureate Derek Walcott has been awarded the US$10,000 OCM Bocas Prize for Caribbean Literature. The award was announced on Saturday at the inaugural Bocas Lit Fest held in Trinidad & Tobago.

Walcott was cited by the judges for his “seemingly effortless flow of language and imagery” despite his stated premonitions of the loss of poetic power and inspiration.

“Walcott is still writing great poetry, lovely cadences, beautiful images,” the judges said of his work White Egrets, a book-length poetry collection divided into separate poems and hailed as an exploration of bereavement and grief in one’s advanced years. The judges described it as “a book that tells of a period of life more usually talked at and talked about than heard from or listened to, which makes it a very important work.”

White Egrets is Walcott’s 14th book of poems. He has also published eight collections of plays and a book of essays. Extracts of the winning collection were featured in two parts in the Trinidad Express in April.

Walcott who is in Europe working on a new theatre production, was unable to attend the award ceremony. His daughter, Mrs Elizabeth Walcott-Hackshaw, who is also a writer, accepted the OCM Bocas Prize cheque and trophy on his behalf.

Walcott along with Haitian-American writer Edwidge Danticat and Tiphanie Yanique author of the debut short fiction collection How to Escape a Leper Colony, were finalists for the Caribbean’s first major literary award. Yanique who had earlier won the fiction category was in Trinidad for the presentation. Danticat, the winner of the non-fiction category for Create Dangerously: the immigrant artist at work, was unable to attend. Walcott captured the overall prize. This is his second major award this year. In January he was awarded the TS Elliot Prize for poetry for White Egrets.

[from Caribbean Book Blog, 2 May 2011]

De Tweede Cola Debrot-lezing van Ana Menéndez

[Volledige tekst van de Tweede Cola Debrot-lezing, nu verschenen op de website van de Werkgroep Caraïbische Letteren; hieronder het begin]

The Bilingual Imagination

El universo (que otros llaman la Biblioteca) se compone de un número indefinido, y tal vez infinito, de galerías hexagonales, con vastos pozos de ventilación en el medio, cercados por barandas bajísimas. Desde cualquier hexágono se ven los pisos inferiores y superiores: interminablemente.
Como todos los hombres de la Biblioteca, he viajado en mi juventud; he peregrinado en busca de un libro, acaso del catálogo de catálogos; ahora que mis ojos casi no pueden descifrar lo que escribo, me preparo a morir a unas pocas leguas del hexágono en que nací.

Good evening. Thank you all for being here tonight and thank you to the Working Group on Caribbean Literature and especially to Dr. Van Kempen for making it possible for me to be here. It’s a real pleasure to speak to you tonight in this gorgeous library.
Some of you may have recognized the opening, slightly abridged, of Jorge Luis Borges’ short story La Biblioteca de Babel, The Library of Babel. A library, because I thought it would be appropriate tonight. In Spanish, because that is how he wrote it, and because I wanted to open with a foreign cadence, the music of the other. And Jorge Luis Borges because he was bilingual, iconoclastic and completely original. And it is the inter-relation of those qualities that is the subject of my talk tonight.

[Lees hier verder]
Klik op het label hieronder voor verschillende verslagen van de lezing.

Cola Debrot-lezing met Ana Menéndez

door Jan Bouman

Op weg naar de Cola Debrot-lezing in de Centrale Bibliotheek in Amsterdam passeer ik een typisch Amsterdams ‘iets’. Een vlot in het water voor de bibliotheek bij het centraal station. Het blijkt iets te maken te hebben met overleven en visie. Ark van Noach staat erop en kokervisie. Een mens met zijn benen omhoog zit in een koker hulpeloos vast. Hij was niet in staat twee visies te combineren. Zodoende heeft hij geen perspectief. Geen diepte in de toekomst.

De lezing op de bovenste verdieping van de centrale bibliotheek blijkt juist over visie te gaan. Door de afdeling Caribische letteren aan de universiteit is naar voren geschoven schrijfster Ana Menéndez. Als dochter van Cubaanse vluchtelingen is zij geboren in Los Angeles (1970). Verschillende boeken heeft zij gepubliceerd: Loving Che, een roman, en het korte verhaal ‘In Cuba I was a German shephard’. Een tweede verhaal kreeg de titel ‘The last war’. Beide verhalen werden onderscheiden met een prijs. Door de geschiedenis is zij via haar ouders sterk verbonden met Cuba. Door haar geboorte in Los Angeles is zij een inwoner van ‘the States’, een Amerikaanse. Van haar mogen we dan verwachten, dat zij geen kokervisie heeft. Gesteund door studie kan zij haar mening goed verwoorden: BA Engels aan de Florida International University en MBA aan de universiteit van New York.
Zij vertelt, hoe haar eerste taalbelevenissen waren. Haar moeder sprak Spaans met haar. In een eerste herinnering viel het haar op, dat toen haar moeder iets uit de ijskast pakte er een Engels woord doorheen kwam. Sindsdien leeft zij in twee werelden. Het begon haar op te vallen, dat in het Spaans alles vrouwelijk of mannelijk is en in het Engels niet. In het begin was Spaans haar moedertaal. De taal waarin ze sprak, dacht en droomde. Engels moest ze bewust gaan leren. Ze beleefde dat er meerdere realiteiten zijn. Dat is wat ze vooral leerde thuis. Ze vond er geen antwoorden voor. Wel de vorm (‘shape’) van een antwoord. Hoe is het met problemen? Schuiven we ze weg in de toekomst als nucleair afval? Is het probleem als een ‘oud verhaal’? Een taboe in de toekomst? Als dat zo is, zegt het veel over hoe wij schrijven als auteur. In de vorm van het antwoord ligt verborgen, dat het moeilijk is om te vertalen. Vertalen als het begrijpen van de ene in de andere wereld. Het Spaans van Cuba begrijpen in de wereld van de Verenigde Staten, in het Engels. De bijna onmogelijkheid die werelden te verbinden. Wat die werelden voegt is het wonder van het leven zelf, in leven zijn. Dit is dan de ondergrond van het schrijven. Van daaruit kunnen we elkaar begrijpen. In elk land leeft een identiteit. Een manier van hoe je zou kunnen zijn als persoon. Maar hoe kun je zijn als schrijver? In elke samenleving is een schrijver een ‘outsider’, iemand die aan de zijlijn staat. Een journalist is beschrijvend; non-fictie. Iemand die fictie schrijft, die houdt zich bezig met het ‘Waarom’. Waarom bestaan we, waarom maken we die fouten, waarom kan ik mij iets wel of niet voorstellen?

Sinds 1991 heeft Ana Menéndez gewerkt als journaliste in de VS en daarbuiten, onder andere bij de Miami Herald. Ze heeft reportages gemaakt over Cuba, Kashmir, Afganistan en India en publiceerde in The New Republic, The New York Times en Gourmet Magazine. Ook publiceerde zij in Cubanismo van uitgeverij Cristina Carcia en American food writing van Molly O’Neil. In het schrijven van reportages heeft zij zich in een andere wereld begeven en die naar het publiek ‘vertaald’. Steeds duidelijker heeft zij ervaren, dat haar werk een zoektocht is naar de twee werelden in haar. Die van Amerikaans staatsburger en van Cubaanse emigrant via haar ouders. Zij is als het ware in Cuba opgegroeid; omgeven door de verhalen van haar ouders en grootmoeder. Zo voelde Cuba als ‘thuis’. Maar ook ervoer ze de persoon van schrijver als die van een andere wereld. De wereld van beschouwer. Ze heeft geen antwoord. Niet als schrijver, niet als mens. Maar ze zoekt niet in het verleden. Ze zoekt in de toekomst. Aangezien deze in nevelen gehuld is, ziet zij daar geen antwoord nog, maar wel de vorm van een antwoord.

De lezing werd gepresenteerd door bijzonder hoogleraar West-Indische literatuur aan de universiteit van Amsterdam, Michiel van Kempen.
De Cola Debrot-lezing dankt zijn naam aan de Antilliaanse dichter, romancier, toneelschrijver en politicus Cola Debrot, die vooral bekend is geworden om zijn novelle Mijn zuster de negerin. Eens in de twee jaar wordt een lezing georganiseerd, om en om in Leiden en Amsterdam.
De opkomst was klein op 6 april, maar diegenen die er waren genoten van de lezing van Ana Menéndez: een vorm van hoop voor de toekomst van het Caribisch gebied.[uit Antilliaans Dagblad, 13 april 2011]

Schrijfster Menéndez: ‘Voor Amerikanen is tweetalig onderwijs boeboelaas!’

door Stuart Rahan

“Americans see bilingual education as a boogieman. It’s a fraught topic in the US. They think their country will be taken over by Mexicans.” Dat zegt de Cubaans Amerikaanse (of Amerikaans Cubaanse) schrijfster Ana Menéndez tijdens de tweede Cola Debrot-lezing, georganiseerd door de Werkgroep Caraibische Letteren.

Geboren als dochter van Cubaanse vluchtelingen in Los Angeles maakt zij nu carrière als schrijfster en gastspreker overal in de wereld, na eerst als journaliste gewerkt te hebben voor The Miami Herald en The Orange County Register.

Zij was in Nederland op uitnodiging van de werkgroep Caraïbische Letteren om te vertellen over haar werk als schrijfster in een wereld van tweetaligheid. Menéndez groeide tweetalig op maar werd niet als zodanig opgevoed. Omdat haar ouders altijd in de hoop leefden ooit terug te keren naar hun Spaans sprekende geboorteland Cuba, vonden zij het niet nodig dat hun dochter ook Engels leerde. Zij koos er op latere leeftijd bewust voor om beide talen te blijven spreken.
Roddelen in eigen taal

In een korte anekdote vertelde Menéndez over haar grootmoeder die nooit een woord Engels sprak. Na bezoeken aan bijvoorbeeld de supermarkt werd de oude vrouw kwaad op de Amerikanen, die zij verweet niet de moeite te nemen om ook maar een woord Spaans te leren. De terugkeer van de familie Menéndez werd steeds uitgesteld en de kleine Ana moest naar school. Daar werd slechts Engels gesproken. “It was the kindergarten where I first spoke English”, herinnert zij zich. “De Spaanse taal werd later overwegend thuis gesproken, of om te roddelen en zaken af te keuren.” De hardnekkigheid van haar oma en het roddelen in het Spaans is vergelijkbaar met de manier waarop Sranantongo door Surinamers in Nederland wordt gesproken. Cabaretier Jetty Mathurin maakte wel eens de opmerking dat de Nederlanders na vierhonderd jaar bezetting ook de moeite hadden kunnen nemen de taal te leren.

American writer
De eerste schooljaren waren voor Ana Menéndez een soms zeer verwarrende periode. Vanwege de uitspraak bijvoorbeeld, vertaalde haar moeder het Spaanse hielo (ijs) als yellow (geel). Menéndez groeide op in twee werelden, Amerika en Cuba. Als kind beschouwde zij zich in Amerika een Cubaanse, maar toen zij voor het eerst in Cuba was, ontdekte zij Amerikaanse te zijn.

Een soort van identiteitscrisis. En elke keer als zij weer ergens anders op de wereld was, moest zij uitleggen wie zij was en waar zij vandaan kwam maar het absolute hoogtepunt in haar ‘crisis’ ziet zij haar verblijf in Pakistan. “In Pakistan I was a woman.” Gelukkig is zij nu heel helder over haar eigen identiteit. “I am an American writer.” Toch komen in haar werken regelmatig Spaanse woorden terug, die leiden tot opmerkingen bij haar uitgever. Voor haar gevoel kun je bepaalde begrippen niet naar het Engels of een andere taal vertalen omdat deze plaatsgebonden zijn. “It’s like music. It gives us a certain kind of feeling”, werpt zij op.

Ana Menéndez schreef tot nu toe een drietal boeken waarvan In Cuba I was a German Shepherd (2001) de Pushcart Prize won. Hierin beschrijft zij de wereld van Caraïbische immigranten in het Amerikaanse Miami. Daarnaast verschenen Loving Che (2003) en The Last War (2009).

Ana Menéndez: Tweetalige schrijvers zijn succesvol!

door Quito Nicolaas

Afgelopen woensdag vond in het Amsterdamse Theater van het Woord de 2e Cola Debrot-lezing plaats, welke verzorgd werd door de Amerikaans-Cubaanse schrijver Ana Menéndez. Geheel onopgemerkt kwam ze de foyer binnen, gekleed in zwart en met een rode sjaal. Zoals ze op de foto’s eruit ziet, zo zag ze deze avond ook uit. Op het eerste gezicht krijg je de indruk – vanwege haar rustige uitstraling – dat het om een auteur gaat die heel kort het woord voert en de rest aan het publiek overlaat. De titel van haar lezing The bilingual imagination deed de wenkbrauwen van menigeen in de zaal fronsen.  

lees verder…

Ana Menéndez

door Michiel van Kempen

[Inleidend woord bij de Tweede Cola Debrotlezing door Ana Menéndez, georganiseerd door de Werkgroep Caraïbische Letteren in de Openbare Bibliotheek Amsterdam, woensdag 6 april 2011]

Good evening ladies and gentlemen,

On behalf of the Werkgroep Caraïbische Letteren I welcome you all for this second Cola Debrot-lecture, and a special word of welcome for tonight’s guest speaker, Mss Ana Menéndez.

The Werkgroep Caraïbische Letteren organizes two series of lectures: one in Leiden of a more scientific character, called after Surinamese first historian: the Rudolf van Lier-lectures; and a series of literary lectures here in Amsterdam, called after the great Antillean (or should I say Curaçaoean or Bonairean?) writer Cola Debrot.

As many of you probably will remember, the first Cola Debrot-lecture was given by Derek Walcott, Nobel Prize winner from Saint Lucia, almost 80 years old, one of the great poets of our times and – I was about to say: at the end of his literary career. But no, since he lectured here in Amsterdam he was awarded the TS Eliott Prize, the most important British award for poetry, for his book White Egrets. (I am not suggesting there is any relation between his Amsterdam lecture and Walcott winning this prize.)

Today we warmly welcome somebody of perhaps two generations younger, a woman, an award-winning writer, not from Saint Lucia but with Caribbean roots, Cuban-American Ana Menéndez. I hesitate to say “Caribbean roots”, since you might say that Miami – where Ana Menéndez stays – is a living part of the Caribbean. I remember quite some years ago being adressed by a Miami bus driver in Spanish, my hair was still black in those days. In Ana Menéndez first book, the collection of short stories In Cuba I was a German Shepherd, published ten years ago in 2001, she comes up with vivid images of life among Caribbean migrants in Florida’s capital. The title story reminds of the famous novel Dubbelspel Double-play by Frank Martinus Arion, the most important living writer from Curaçao. Ana Menéndez describes four men playing domino, being watched by passers-by, four men showing in their sometimes aggressive, sometimes heart-braking conversations their fragile position in some space in-between two worlds. The story got Menéndez the Pushcart Prize, an award by the Pushcart Magazine honouring the best “poetry, short fiction, essays or literary whatnot” published in the small presses over the previous year. Among the founding editors of the Pushcart Magazine were Anaïs Nin, Ishmael Reed, Joyce Carol Oates and Ralph Ellison. The New York Times named In Cuba I was a German Shepherd a Notable Book of the Year. And there she was: one of the most gifted Caribbean-American writers of the youngest generation.

Two years later Ana Menéndez published her first novel, Loving Che, unravelling again the pain of exile in an intelligently constructed and moving story of home-seeking. It tells about a young woman haunted by the many questions why her Cuban mother sent her away to live with her grandfather. And then – of course – there is Ernesto Che Guevara. The cover of the book says ‘National bestseller’ and having read the many, many enthusiastic reviews, I do not suppose this is one of the publisher’s well-known selling-tricks. This is the sort of book withholding you from going asleep: you have to read it until the last page.

In 2008 Ana Menéndez moved from Miami to Cairo in Egypt. There she held fine lectures on the future of narrative in the age of internet – a text you can read on our blogspot Caraíbisch Uitzicht.

Earlier Mss Menéndez lived in Istanbul, the great city on the banks of the Bosphorus, offering part of the setting of her latest novel, The Last War, published two years ago. The book focuses on a theme of all times but more than ever of current interest: how do we cope with our personal “small” sorrows in a “big” world full of distress, war and terrorism? One of the peculiarities of this book is the introduction of a number of Turkish lines, without translation – not a really common phenomenon in American fiction.

This brings us to Ana Menéndez lecture of tonight. As a little girl, she herself spoke Spanish only, until she went to kindergarten. Her books make clear that a bilingual youth doesn’t prevent somebody from mastering two languages up to the highest level. Ana Menéndez knows all about it and is going to tell us more. After her lecture she is pleased to take questions from the audience. Mss Menéndez: the floor is yours.

Ana Menéndez gaf 2de Cola Debrot-lezing

Gisteren, woensdag 6 april, gaf de Cubaans-Amerikaanse schrijfster Ana Menéndez de tweede Cola Debrot-lezing in het Theater van ‘t Woord in de Openbare Bibliotheek Amsterdam onder de titel ‘The bilingual imagination’. Haar lezing werd gevolgd door een levendige gedachtewisseling met het publiek. Een verslag volgt.

Ana Menéndez – The future of narrative (4, end)

Vandaag, woensdag 6 april, geeft de Cubaans-Amerikaanse auteur Ana Menéndez de Tweede Cola Debrotlezing in de Openbare Bibliotheek van Amsterdam. In The Poets and Writer’s Magazine, May-June 2009, verscheen een tekst die zij in 2008 met regelmaat in Egypte heeft gepresenteerd, ‘The future of narrative’; we plaatsen die hier in afleveringen, dit is de vierde en laatste aflevering.

by Ana Menéndez

Some 250,000 people are part of the Eve Online universe – a vast imaginary system of galaxies where players from around the world gather on a single server to create adventures in real-time. The setting is science fiction, but the stories – created by anonymous players – illuminate mankind’s oldest themes: greed, betrayal and ambition. Without an Omniscient Narrator to guide them, the individual characters have arranged themselves along stock narrative types: Scheming Villians, Earnest Good Guys, Lone Wolves, Bold Leaders.

Subscribers pay about $15 a month to play. Few would describe what they’re involved in as “story-telling”; it’s just good (and safe) fun to go zipping around virtual space, tracking down bad guys, hijacking abandoned ships and meeting up with buddies to plan the next adventure. But that is exactly what story is: an imaginative leap that transforms the mundane into the sublime. These guys (and most of them are men) are storytellers in the strictest and oldest sense of the word.

Shakespeare, if he were alive today, might be a world-class gamer.

The poet we call Homer probably didn’t create the epic we know as the Odyssey. The ancient adventure story of scheming villains, earnest good guys, lone wolves and bold leaders was most likely a collaborative effort, a mythical-history that men told around the hearth and that successive generations enriched with their own contributions.

The author as discreet and sole creator doesn’t fully emerge until the invention of the printing press, which made story-telling profitable on a vast scale. Once there was money to be made, the notion of “intellectual property” acquired commercial value. And a whole system of copyright law and attorneys to interpret them developed to protect the new business of writing.

One of the most profound ways that the internet is reshaping the artistic landscape – and not just in writing – is by destroying these relatively modern ideas about the artistic product. The instant a piece of music, a work of art, a poem, gets onto the web, they become communal property. There’s no stopping this. The music industry is losing its once lucrative monopoly on music distribution. And all the lawyers in the world have not been able to halt its spiral.

The anonymous, promiscuous nature of the web is nudging us back toward an earlier, collaborative model. Story will survive. But The Author may be nearing the end of his 500-year life-span.

Considering the recent devaluation of the title, that may not be such a bad development. Still, story’s true keepers deserve protection.

Story-telling is an integral part of what it means to be human. It’s in our self-interest to see that those who create are sufficiently supported and encouraged, financially as well as morally, to continue their work. The goal should be to find ways to spread the awesome and as yet mostly untapped economic power of the web so that good art continues to be made. If not, we could conceivably lose the next Virginia Woolf simply because she could not afford a room of her own.

On the other hand, not even penury is strong enough to kill story. The artist is driven to story like a drunkard to his wine and the absence of remuneration — and even glory – is not enough to stop him. For proof, witness the poet working in obscurity and poverty in 21st century America or the hundreds of works of brilliance being produced all over the world with no promise of monetary gain.

Technological inventions arise and fall away. In the beginning was story and through every innovation, story has persisted and so it will be. The end of story will be the end of man.

  • RSS
  • Facebook
  • Twitter