blog | werkgroep caraïbische letteren
1
 

‘Caribisch Nederlands’

door Fred de Haas
Onlangs las ik in een Curaçaose krant dat het ‘Caribisch Nederlands’ in het Nederlandse Groene Boekje komt.
Kan iemand mij vertellen wat Caribisch Nederlands eigenlijk is? Ik heb jarenlang gedacht dat Caribisch Nederlands ‘fout’ Nederlands was en ik denk dit nog steeds. Ik maak een uitzondering voor het archaïserende Surinaamse Nederlands, maar Antilliaans Nederlands is gewoon fout Nederlands. Ik kan het ook niet helpen. Sidney Jouberten Jules de Palm zullen het ongetwijfeld met mij eens zijn.
Als merkwaardig voorbeeld van een Caribisch ‘Nederlands’ woord dat in aanmerking zou komen voor het Groene Boekje wordt ‘knoek’ genoemd (????). Een woord als ‘knoek’ is een verbastering van ‘kunuku’, dat weer een verbastering is van ‘conuco’, dat op zijn beurt een verspaanst woord is uit het Arowaks.
Het woord ‘knoek’ ben ik al zestig jaar nergens tegengekomen in courante Nederlandse boeken. ‘Knoek’ is geen fout woord, maar moet nodig in het Groene Boekje. Dat wel.
Het Groene Boekje is een vrij gekunsteld en inconsequent boekje dat door mensen met een redelijk verstand allang is vervangen door het Witte Boekje waar goed Nederlands schrijvende journalisten al jarenlang gebruik van maken. Je kan het Witte Boekje gewoon in de winkel kopen.
Ik las verder dat er een conferentie was over ‘Nederlands als vreemde taal in het Caribisch gebied’. Ja, daar moeten nodig ‘specialisten’ voor worden uitgenodigd.
Dames en Heren: ‘Nederlands als vreemde taal’ is overal ter wereld hetzelfde, dus ook in het Caribisch gebied.  In Nederland wordt al jaren ‘Nederlands als vreemde taal’ gegeven op, bijvoorbeeld, Internationale Scholen en cursussen voor asielzoekers met een verblijfsvergunning.
Niets nieuws onder de zon. Pure geldverspilling aan reizen en gewichtigdoenerij. Maar een goede reden kennelijk om weer eens de Oceaan over te vliegen. Kan geen kwaad zolang de
 ‘Antillen’ nog in het Koninkrijk zitten. Een lekker veilig onderwerp trouwens. Hoef je niks te doen aan een Curaçao dat rechtsstatelijk gesproken aan het verdwijnen is. Lekker Nederlands leren als vreemde taal. Wie kan daar nou een buil aan vallen?
Een paar maanden geleden ben ik op een avond geweest van de Antilliaanse Taalvereniging SPLIKA. Het vond plaats in het Curaçao Huis (Kas di Kòrsou) in Den Haag. Het bleek de bedoeling te zijn dat er een lijst zou worden aangelegd van Antilliaanse gebruiken ‘die men zou willen behouden’. Het Meertens Instituut deed ook mee. Lees Het Bureau van Voskuil en je weet meteen met wat voor Instituut je te maken hebt. Op die avond schreeuwde iedereen door elkaar. De krankzinnigste gebruiken zouden vooral behouden moeten blijven. De aanwezigen mochten allemaal wat zeggen. De stomste opmerking werd met applaus ontvangen. Iemand zei dat je vroeger een gele onderbroek moest dragen bij bepaalde gelegenheden. Een welkome bijdrage, constateerde ik.
Ik sla telkens weer achterover van de achterlijkheid van al dat soort ondernemingen. Maar het is weer een mooie gelegenheid om de Oceaan over te vliegen. En niet één keer, maar heel veel keren. Liefst in een gele onderbroek, natuurlijk.
Zoals Julian Coco zei:’agge maor leut het’ (= als je maar plezier hebt). N.B. Coco sprak Nederlands als niet-vreemde taal en bij tijd en wijle ook dialectisch Nederlands. All round. Net als zijn gitaarspel.
Overigens ben ik nog steeds van mening dat het Nederlands vervangen zou moeten worden door het Engels.

1 comment to “‘Caribisch Nederlands’”

Your comment please...

  • RSS
  • Facebook
  • Twitter