blog | werkgroep caraïbische letteren

Bob Dylan – Portret van een controversieel zanger-dichter

Vandaag werd bekend dat singer-songwriter Bob Dylan de Nobelprijs voor Literatuur heeft gekregen. In Forum der Letteren van 1972 schreef Ko Lankester een opstel over zijn teksten. Hieronder volgt eerst een samenvatting, daarna de tekst (de nummers verwijzen naar de voetnoten, die tussen de tekst staan).

Bob_Dylan_-_Azkena_Rock_Festival_2010_2

Bob Dylan op het Azkena Rock Festival in 2010. Foto Alberto Cabello voor Wikipedia

 

door Ko Lankester

Samenvatting

De auteur geeft een eerste overzicht van het gepubliceerde en ongepubliceerde muzikale werk (tot begin 1971) van de pop-zanger Bob Dylan. Het uitgebrachte werk verscheen sinds 1962 op singles en elpees; het ongepubliceerde werk, bereikbaar in de vorm van bandopnamen, wordt verdeeld in: outtakes van elpees, opnamen van live concerten, informele opnamen en zgn. demo’s. Dylans eerste opnamen (1962-1964) vertonen folk- en blues-sporen. Uit individueel verwerkte motieven uit deze periode (de dood, het zwerven, de vrouw) komt naar voren dat Dylan tevens inhaakt op een ten dele direct herkenbare omgeving. Het aanvankelijk vrij sterke politiek en sociaal engagement wordt in Bringing it all back home (1965) wat minder. Grote populariteit kreeg Dylan met Highway 61 revisited (1965) dat qua muziek en tekst als een hoogtepunt wordt beschouwd. Op deze elpee, evenals in mindere mate op Blonde on blonde (1966), laat de kunstenaar zich sceptisch uit over zijn eigen werkzaamheid. Hierna brengt een motorongeluk een radicale verandering in Dylans leven. De opnamen uit deze tijd, onder andere in samenwerking met The Band, worden niet of pas later uitgebracht. De elpees John Wesley Harding (1968) en Nashville Skyline (1969) zijn hedonistisch van karakter, sterk op de eigen persoon betrokken (drank, eten, drugs) en kunnen samen met Self portrait (1970) als een inzinking worden beschouwd. De elpee New Morning (1970) en de recente single Watching the river flow (1971) laten een Dylan zien die terugkeert naar het politiek en sociaal engagement (red.).
I. Inleiding
De naam Bob Dylan1 zal aan velen bekend zijn. Hoewel hij in ‘literaire kringen’ nog niet die faam heeft die hij m.i. verdient, zal iedereen die zich bezighoudt met de hedendaagse zgn. ‘populaire’ muziek (ook wel popmuziek genaamd) vroeg of laat bij de songs van Bob Dylan terechtkomen, omdat deze als geen andere een stempel hebben gedrukt op het karakter van de muziekontwikkeling in de zestiger jaren. De Beatles hebben nieuwe muzikale elementen toegevoegd aan de in clichés vastgelopen traditionele ‘rock-“n”-roll’ muziek2 die tegen het eind van de vijftiger jaren zijn intrede deed, – maar hun teksten waren, althans in het begin, nog bijzonder simpel en weinig- of nietszeggend, behalve misschien dat ze de elementaire gevoelens en opvattingen van het teenagerpubliek goed tot uitdrukking brachten.3 Dylan heeft als eerste een
1
Pseudoniem van Robert Zimmennan; autobiografische gegevens zijn te vinden op de hoes van rijn eerste elpee (zie noot 6).
2
In de USA wordt vrijwel alle populaire muziek tot ‘rock-“n”-roll’ of ‘rock’ gerekend, en daarom maak ik onderscheid tussen de ‘traditionele’ rock-‘n’-roll, die in het eind van de vijftiger jaren hoogtij vierde, en ‘rock’ in brede zin opgevat.
3
Voor een oriëntatie over beide vormen van rock-‘n’-roll zie: Jerry Hopkins, The rock story (Signet Books Q 4191), en: Richard Robinson en Andy Zwerling, The rock scene, New York 1971 (Pyramid Books 2430).
[p. 33]
poging gedaan poëzie en populaire muziek op aanvaardbare wijze te verenigen. Waar Bertold Brecht in zijn ‘songs’, min of meer opzettelijk, is blijven steken in cabaret-achtige verhalen-op-muziek, is Dylan met zijn songs doorgestoten naar een rechtstreekse expressie in muziek, een muziek die het gevoel dat de teksten overbrengen versterkt en aanvult.
Bert Brecht is voornamelijk bekend als toneelschrijver en wellicht daarom hebben ook zijn ‘songs’ in literaire kringen de nodige aandacht gekregen. Bob Dylan was echter slechts een ‘pop-zanger’, wat voor vele ouderen associaties opriep met ‘crooners’ die uit puur commerciëel oogmerk aan de lopende band liedjes in elkaar draaien zonder een enkele diepere inhoud of literaire waarde (wat op de traditionele rock-‘n’-roll vaak wel van toepassing was). Mede hierdoor was het mogelijk dat de vroege songs van Dylan labels kregen opgedrukt als ‘protest-songs’ of ‘songs-met-een-boodschap’. Dylan heeft zich altijd fel tegen deze labels verzet en terecht, want ze zijn evenzeer van toepassing op de moralistische songs van Brecht, en ze zouden zijn songs evenzeer onrecht doen als ze die van Dylan gedaan hebben.
Er is veel veranderd sinds het begin van de zestiger jaren. ‘Protest’ heet tegenwoordig ‘politiek’ of ‘sociaal engagement’ – en dat komt in de beste families voor. Velen onderkennen thans de poëtische kwaliteiten van de songs van Leonard Cohen, The Band, Neil Young en zo zijn er nog velen op te noemen. Deze doorbraak is voor een belangrijk deel aan Dylan te danken, en dan nog voornamelijk aan de songs die hij in 1965 en 1966 publiceerde.
Dit artikel is een poging aan de hand van Dylans gepubliceerde en ongepubliceerde werken een algemene indruk te geven van de waarde en de inhoud van zijn muzikale gedichten en daardoor een ruimer uitzicht te bieden op wat hij door de jaren heen gepresteerd heeft. Dit overzicht kan natuurlijk niet volledig zijn. Daar is ten eerste de beschikbare ruimte veel te klein voor, en in de tweede plaats bevinden talloze banden zich nog in privé-bezit. Van de banden die wel tot mijn beschikking staan ontbreken vaak de nodige gegevens omtrent plaats, tijd en omstandigheden van de opnamen. Gegeven deze beperkingen is het beschikbare materiaal niettemin uitgebreid genoeg om een artikel als dit te rechtvaardigen. In de eerste plaats zijn er de elf elpees en een aantal singles4 die Dylan tot nu toe heeft uitgebracht. Ook op elpees van anderen of op verzamel-elpees heeft hij enkele songs gepubliceerd. Verder zijn er een groot aantal bandopnamen die men kan indelen in de volgende categorieën: (a) outtakes van elpees, songs die bij opnamen van zijn langspeelplaten zijn overgebleven en dus niet op de platen voorkomen; (b) concerten, opnamen van een ‘live’-uitvoering voor een groot publiek; (c) informele opnamen, geen ‘officiële’ concerten, maar uitvoeringen voor vrienden en kennissen, in besloten kring; (d) demo-banden, opnamen die bedoeld zijn voor muziekuitgeverijen die hier ‘song-books’ van samenstellen, of om personen die deze songs op de plaat willen opnemen een indruk te geven van Dylans bedoelingen.
4
Een single is een 45-toeren plaatje, met aan beide kanten maar één song; elpees (van het Engelse long play of l.p.) zijn 33-toeren langspeelplaten, met aan beide kanten 15 tot 30 minuten muziek.
[p. 34]
Om de ontwikkelingen in Dylans carrière te kunnen volgen, zal ik niet deze categorieën stelselmatig behandelen, maar een aantal songs voorbeeldsgewijs zoveel mogelijk in chronologische volgorde de revue laten passeren. Voorzover dat mogelijk is, zal ik tevens enige opvallende thema’s in het werk van Dylan aan de orde stellen.
II. Folk songs, blues, country-and-western en maatschappij-kritische songs5
Vooral uit de periode vóór Dylans eerste elpee6 zijn een kleine vijftig informele opnamen bekend. Hoewel Dylans eerste muzikale aspiraties op het gebied van de rock-‘n’-roll lagen en hij in Hibbing, waar hij opgroeide, een eigen band had,7 is van deze aspiraties op zijn eerste elpee niets te bespeuren,8 en ook genoemde informele opnamen grijpen eerder terug op ‘folk’-muziek en ‘blues’ dan op rock. Deze interesse voor ‘folk’ is volgens Toby Thompson, die een aantal van Bobs oude vrienden en vriendinnen aan de tand voelde, pas ontstaan tijdens zijn vroegtijdig weer afgebroken studie aan de universiteit van Minneapolis.9 Het is niet moeilijk in Dylans eerste opnamen en ook in de eerste songs die hij zelf schreef duidelijke folk- en bluessporen terug te vinden, maar zelfs zijn uitvoeringen van ‘traditionals’,10 die generaties vóór hem al gezongen hebben, dragen een zeer eigen Dylan-karakter. Van navolging kan men daar eigenlijk niet spreken.
Een thema dat de jonge Dylan duidelijk heeft aangesproken is de dood. Acht van de dertien songs op zijn eerste elpee hebben direct of indirect met de dood te maken. Het opsommen van drie titels zal volstaan: ‘In my time of dying’, ‘Tixin’ to die’ en ‘See that my grave is kept clean’.6 Dat dit thema in de blues zo’n grote rol speelt is verklaarbaar: de negerzangers die deze songs schreven en zongen hadden zelf vaak zeer direct met de dood te maken in hun ‘struggle for life’. Dat Dylan dit thema geadopteerd heeft is minder vanzelfsprekend. Echte armoede heeft hij nooit gekend en op zijn twintigste werd hij al in de gelegenheid gesteld zijn eerste elpee op te nemen. Robert Shelton, de muziekcriticus van de New York Times, en een van de eersten die de muzikale kwaliteiten van de jonge Dylan opmerkten, schreef onder het pseudoniem Stacey Williams de begeleidende tekst voor de hoes van de eerste elpee en hij vermeldt dat Dylan zelf hem desgevraagd deze preoccupatie met de dood ook niet kon verklaren.
De dood vormt ook een graag gezien onderwerp voor folk-songs en country-and-westem-songs, maar hier niet zoals in de blues in een strijd tegen het noodlot en de omstandigheden, maar veelal in de vorm van moorden en wildwest taferelen. Vooral van deze categorie heeft Dylan er vóór zijn eerste elpee een groot aantal opgenomen. Bij wijze van voorbeeld denke men aan de traditional ‘Pretty Polly’1112 en – waar het thema van de dood iets fijn-
5
Voor een uitgebreidere omschrijving van wat onder deze termen verstaan wordt, zie: D.A. de Turk en A. Paulin Jr. (Ed.), The American folk scene, 1967 (Dell Books 0110).
6
Bob Dylan, Bob Dylan, elpee 1962 (CBS-S 62022).
7
Toby Thompson, ‘Positively main street: electric bob plugs in’, The village voice, 3 april 1969.
8
Dylans eerste single Mixed up confusion (CBS 2476, 1962 of 1963), uitgebracht kort na de elpee Bob Dylan, had wel een duidelijke ‘rock’-inslag, maar verkocht bijzonder slecht; het zou tot 1965 duren voor Dylan een tweede poging in deze richting zou doen.
9
Toby Thompson, ‘Hey hey Woody Guthrie I wrote you a song’, Us, the paperback magazine, no. 2, New York 1969 (Bantam Books 5200).
10
Een traditional is een song waarvan de schrijver niet (met zekerheid) bekend is. Al naar hun oorsprong spreekt men over blues-traditionals, folk-traditionals, etc.
6
Bob Dylan, Bob Dylan, elpee 1962 (CBS-S 62022).
11
Bob Dylan, Party tape Minnesota. Informele opnamen, Minnesota, mei 1961.
12
Bob Dylan, Gaslight tape. Concert, The Gaslight Café, New York City, september 1961.
[p. 35]
zinniger wordt behandeld – aan ‘Railroad boy’.11 Overigens zijn er ook van de wild-west taferelen by Dylan voorbeelden te vinden.13
Een voorbeeld van een eigen vroege Dylan-songs waarin de dood een duidelijk thema vormt is ‘Old man on the street’.12 Een oude zwerver is in de loop van de nacht op straat overleden. Mensen blijven nieuwsgierig staan, kijken even en lopen dan weer door: ‘they stopped and stared and went their way’. Een politieagent denkt dat de oude man dronken is en probeert hem wakker te porren. Als het eindelijk tot de agent doordringt dat de man dood is, luidt zijn enige commentaar: ‘call the wagon, this man is dead’.
Ik geloof, als we een verklaring voor Dylans preoccupatie met de dood willen zoeken, dat we deze dan in bovenstaande song kunnen vinden: een oprecht gevoel voor de ‘outcasts’ en de ‘dropouts’ – de verschoppelingen die alle moeite doen om te blijven leven en tenslotte sterven zonder dat iemand hen zelfs dan opmerkt. ‘If there’s anyone that knows, is there anyone that cares’, zou Dylan zich later in ‘Ballad of Hollis Brown’28 afvragen, als Hollis Brown de armoede en de eenzaamheid niet meer aan kan en zijn vrouw, zijn vijf kinderen en tenslotte zichzelf een kogel door het hoofd jaagt.
Het zou zeer zeker te eenzijdig zijn om alleen de dood te noemen als onderwerp voor Dylans vroegste opnamen. Er zijn nog andere thema’s die hier een grote rol spelen, met name het thema van de avonturier die van stad tot stad trekt om zijn geluk te beproeven. Hoewel Toby Thompson aantoonde dat Dylan nooit van huis is weggelopen (terwijl Dylan zelf altijd beweerde dat hij zeven keer uit Hibbing is weggelopen)14 en een vrij conventionele middle-class jeugd heeft gehad, heeft Dylan nadat hij de universiteit verliet zelf ook veel door heel Amerika gezworven, vaak liftend. Het zwerversmotief heeft hem dan ook vaak geïnspireerd tot prachtige songs. Aanvankelijk gebruikte Dylan dit thema vaak nog op de manier waarop met name Woody Guthrie het veel heeft toegepast,15 in de vorm van het ‘zwerven-om-het-zwerven’, maar later treedt in Dylans songs het communicatie-aspect meer op de voorgrond: het zwerven om mensen te ontmoeten of te ontvluchten. De Guthrie-invloed blijkt nog sterk uit de opname van ‘Green river’,16 waarschijnlijk een traditional die mogelijk ook onder een andere titel bekend is: ‘I’m going down to California / Mama where that green river runs / You can write and tell my mother / My ramblin’ days have just begun’. Het agressieve ‘Quit your lowdown ways’,16 een eigen compositie, legt daarentegen de nadruk op de communicatie:

You can hitch-hike on the highway,

You can stand all alone by the side of the road,

You can try and flag a ride back home, pretty mama,

But you can’t ride in my car no more.
Hiermee zijn we tevens bij een ander belangrijk thema gekomen: Dylans relatie tot de andere sexe. Door heel Dylans oeuvre heen zijn hier talrijke voorbeelden van te vinden. Dat Dylan zich de wet niet laat voorschrijven door
11
Bob Dylan, Party tape Minnesota. Informele opnamen, Minnesota, mei 1961.
13
Bob Dylan, ‘Railroad Bill’ (zie noot 11), en ‘Jesse James’ en ‘Trail of the Buffalo’, in: East Orange tape. Informele opnamen, New Jersey, 1961.
12
Bob Dylan, Gaslight tape. Concert, The Gaslight Café, New York City, september 1961.
28
Bob Dylan, The times they are a-changin’, elpee 1964 (CBS-S 62251).
14
Bob Dylan, My life in a stolen moment, gepubliceerd als programma voor een concert in Camegie Hall, New York, 26 oktober 1963.
15
Zie het posthuum door Pete Seeger samengestelde Woody Guthrie, The nearly complete collection of Woody Guthrie folk songs, New York 1963 (Ludlow Music Inc.).
16
Bob Dylan, Outtakes van de elpees Bob Dylan (zie noot 6) en The freewheeling Bob Dylan (zie noot 17).
16
Bob Dylan, Outtakes van de elpees Bob Dylan (zie noot 6) en The freewheeling Bob Dylan (zie noot 17).
[p. 36]
het zwakke geslacht moge behalve uit bovenstaande song blijken uit het bekende ‘Don’t think twice, it’s all right’, opgenomen voor de elpee The freewheeling Bob Dylan.17 Ook in deze song het zwerven om iemand te ontvluchten:

I’m walkin’ down that long lonesome road, babe

Where I’m bound I can’t tell

But goodbye’s too good a word, gal

So I’ll just say fare thee well

I ain’t sayin’ you treated me unkind

You could have done better but I don’t mind

You just kinda wasted my precious time

But don’t think twice, it’s all right.
Toch zijn er ook talrijke voorbeelden waarin hij zich minder zelfverzekerd uit. Het gevoelige ‘Worried blues’,16 een outtake van de eerste of de tweede elpee, kan dit duidelijk illustreren:18

I’m going where the chilly winds don’t blow (4x)

I’m going where the climate suits my clothes

Honey babe don’t leave me now (4x)

I got trouble on my mind.
Soms is het meisje waarover Dylan in zijn eigen songs zingt duidelijk te herkennen voor personen die een beetje op de hoogte zijn met Dylans antecedenten. Met name Suzie Rotolo, een meisje dat een tijdlang met hem samenwoonde in Fourth street in New York,19 nadat ze hem aanvankelijk in de steek gelaten had om in Italië te gaan studeren, is in een aantal songs terug te vinden, o.a. in ‘Down the highway’:17

The ocean took my baby

My baby stole my heart from me

She packed it up in a suitcase

And took it away to Italy, Italy.
In ‘Ballad in plain D’, een song van zijn vierde elpee Another side of Bob Dylan,20 schijnt Dylan te beschrijven hoe zijn relatie met ‘Sue’ na haar terugkeer uit Italië tot een prematuur einde kwam door de intriges van haar moeder en haar zuster die haar bij Dylan vandaan haalden: ‘… her sister and I / In a screaming battleground / And she in between / The victim of sound / Soon shattered as a child / ‘Neath her shadows.’
Deze individuele inhoud van zijn songs is kenmerkend voor Dylan. Hij schrijft meestal niet over abstracte onderwerpen en gefingeerde personen, maar over dingen, situaties en personen die voor hem een stuk werkelijkheid zijn. Natuurlijk geldt dit in zekere mate voor de meeste schrijvers en dichters. Bijna iedereen zal individuele ervaringen in zijn artistieke uitingen inbouwen, en in feite is het ook niet belangrijk of de personen waarover Dylan zingt en schrijft werkelijk bestaan. Voor ‘songs-met-een-boodschap’ is een Brechtiaanse ‘vervreemding’ natuurlijk essentiëel, maar wie de songs belangrijker vindt dan de boodschap zal blij zijn dat Dylan, ondanks zijn grote bewondering voor
17
Bob Dylan, The freewheeling Bob Dylan, elpee 1963 (CBS-S 62193).
16
Bob Dylan, Outtakes van de elpees Bob Dylan (zie noot 6) en The freewheeling Bob Dylan (zie noot 17).
18
Er bestaan verschillende versies van deze traditional, die ook wel bekend staat als ‘Blowing down that old dusty road’ en ‘Going down that road feeling bad’.
19
Bob Dylan, ‘A letter from Bob Dylan’; open brief aan Broadside Magazine, januari 1964.
17
Bob Dylan, The freewheeling Bob Dylan, elpee 1963 (CBS-S 62193).
20
Bob Dylan, Another side of Bob Dylan, elpee 1964 (CBS-S 62429).
[p. 37]
Brecht,19 niet diens opvattingen over vervreemding heeft geadopteerd. Dylans songs zijn geen gezongen boodschappen, het zijn gezongen gevoelsuitingen. Wie de teksten van Dylans vroege songs, vooral zijn politiek gerichte, leest, zal zich soms misschien ergeren aan het gemak waarmee hij over gecompliceerde problemen heenstapt, en aan de vanzelfsprekendheid waarmee hij zijn conclusies trekt. In ‘Let me die in my footsteps’ zegt hij bijvoorbeeld: ‘If I had rubies / and riches and crowns / I’d buy the whole world / And I’d change things around /I’d throw all the guns / And the tanks in the sea / For they all are mistakes / Of a past history.’ Dit doet, in al zijn oprechtheid, erg kortzichtig aan. We zullen echter zien dat in de latere songs de dichter in Dylan steeds meer naar voren komt. Zijn latere teksten, althans tot en met 1968, hebben niet alleen waarde als gevoelsuiting, maar kunnen ook op zichzelf staan, los van de muziek, al geeft de muziek de teksten een extra, vaak zeer functionele dimensie.
Vóór we overgaan naar recenter werk wil ik nog één aspect van Dylans vroegere songs behandelen dat niet onvermeld mag blijven, namelijk de satire. Vooral in zijn ‘talking-songs’21 laat hij zich van deze kant zien. In ‘Talking New York’6 en ‘Hard times in New York town’6 beschrijft Dylan hoe hij ‘was beaten down by New York, and … was picked up by New York’.23 ‘Talking Bear Mountain picnic massacre disaster blues’1216 is een satire op georganiseerde massa-vermaken. Dylan laat zich overhalen tot een tochtje naar het park Bear Mountain, per boot vanuit New York te bereiken, om er te picknicken, maar 6000 andere mensen blijken op dezelfde gedachte gekomen te zijn: ‘Well, we all got on and what d’ya think / That big old boat started to sink.’ Met veel moeite weet Dylan de vaste wal te bereiken en hij besluit: ‘I think I’ll stay in my kitchen / Have a picnic in my bathroom.’ Zijn slotopmerking slaat beslist niet alleen op de organisatoren van de reuze-picknick: ‘I think we oughta take some of these people / Put them on a boat / And send them up to Bear Mountain / For a picnic.’
Soms is zijn satire vlijmscherp, zoals in ‘Talking John Birch Society blues’,24 waarin hij de anti-communistische John Birch Society op de hak neemt en een van hen laat zeggen: ‘We all agree with Hitler’s views / Although he killed six million jews / It don’t matter too much if he was a fascist / At least you can’t say he was a communist.’ Maar op andere momenten is zijn satire bijzonder mild, zoals in de slotregels van ‘Talking world war three blues’:17

Half of the people can be part right all of the time

Some of the people can be all right part of the time

But all the people can’t be all right all of the time

I think Abraham Lincoln said that.
In een live-uitvoering van de song paste hij nog wat andere combinaties van ‘half’, ‘part’ en ‘all’ toe en liet er op volgen: ‘T.S. Eliod said that.’25 In een ander concert beweerde hij: ‘Carl Sandberg said that.’26 Wie het zei is
19
Bob Dylan, ‘A letter from Bob Dylan’; open brief aan Broadside Magazine, januari 1964.
21
Songs waarvan de tekst eerder wordt gesproken dan gezongen. Met name Woody Guthrie heeft hiervan veel gebruik gemaakt, terwijl het ook in de blues-muziek zeer gebruikelijk is.
6
Bob Dylan, Bob Dylan, elpee 1962 (CBS-S 62022).
6
Bob Dylan, Bob Dylan, elpee 1962 (CBS-S 62022).
23
Bob Dylan, A message from Bob Dylan; brief aan het ‘Emergency Civil Liberties Committee’, na de uitreiking aan Dylan. van de Torn Payne Award op 13 december 1963.
12
Bob Dylan, Gaslight tape. Concert, The Gaslight Café, New York City, september 1961.
16
Bob Dylan, Outtakes van de elpees Bob Dylan (zie noot 6) en The freewheeling Bob Dylan (zie noot 17).
24
Bob Dylan, Outtakes van The freewheeling Bob Dylan (zie noot 17).
17
Bob Dylan, The freewheeling Bob Dylan, elpee 1963 (CBS-S 62193).
25
Bob Dylan, Royal Albert Hall concert, Londen, 10 mei 1965.
26
Bob Dylan, Philharmonic Hall concert, New York City, 31 oktober 1964.
[p. 38]
ook niet belangrijk. Het is alleen maar een aanloop tot de onsterfelijke uitspraak: ‘I’ll let you be in my dreams if I can be in yours / I said that.’17
17
Bob Dylan, The freewheeling Bob Dylan, elpee 1963 (CBS-S 62193).
III. Amerika, ‘love-songs’ en ‘folk-rock’
Om dit artikel niet te lang te maken moet ik er van af zien verder op Dylans vroegere opnamen in te gaan. Met name de zgn. Witmark en Warner Bros. demo’s,27 een 25-tal grotendeels eigen songs, die Dylan tussen 1963 en 1965 opnam, zijn de aandacht waard.
Dylans derde elpee The times they are a-changin’28 droeg nog duidelijk het stempel van sociaal en politiek engagement. Hij beschrijft o.a. de politieke moord op de negerleider Medgar Evers,29 en het is vooral in deze periode dat hij het label ‘protest-zanger’ kreeg opgedrukt. Deze term is slecht gekozen omdat Dylan nauwelijks protesteerde, maar voornamelijk constateerde. Hij constateerde dat er in een welvaartsstaat als Amerika mensen als Hollis Brown28 van armoede kunnen ondergaan, maar hij wijst geen schuldigen aan. In ‘North country blues’28 beschrijft hij de armoede van een mijnwerkersstadje, waarvoor Hibbing zeker model gestaan zal hebben, maar hij wijst geen schuldigen aan. Als hij protesteerde, dan protesteerde hij eerder tegen een nonchalante en onverschillige mentaliteit dan tegen bepaalde personen. In ‘Masters of war’ op zijn tweede elpee17 protesteerde hij tegen de wapenfabrikanten, maar deze song is hierin een uitzondering, al zijn er, misschien minder expliciet, nog wel meer van dergelijke protesten te vinden.
In de titelsong van zijn derde elpee, ‘The times they are a-changin’’, werpt Dylan zich op als spreekbuis van de jonge generatie die zich later ‘hippies’ zouden noemen, zoals schrijvers als Jack Kerouac en Allen Ginsberg zich hadden opgeworpen voor de ‘beat-generation’ van hun dagen. Deze song kan nauwelijks een ‘protest-song’ genoemd worden. Het is een waarschuwing aan de oude generatie, dat hun idealen en instellingen achterhaald zijn (‘Your old road is rapidly agin’’) en dat er nieuwe instellingen en idealen gevormd zijn die de oude zullen verdringen: ‘The loser now will be later to win.’ Het is zinloos voor de ouderen zich hiertegen te verzetten, want: ‘Your sons and your daughters are beyond your command.’ De onafwendbaarheid en onstuitbaarheid waarmee Dylan deze revolutie voorspelt doet sterk denken aan de visie van Karl Marx. In Another side of Bob Dylan20 komt Dylan terug op deze idealistische en weergaloos optimistische visie. Dat blijkt impliciet uit de keuze van zijn songs. De meeste hebben de man-vrouw-relatie tot onderwerp, en in ‘My back pages’20 verwerpt Dylan zelfs expliciet de visie die hij in ‘The times they are a-changin’’ uitte. Hij beschrijft hoe de ‘abstract threads / too noble to neglect / deceived me into thinking / I had something to protect’, en hij noemt zijn vroegere opvattingen ‘politics of ancient history’, wat zeker als een zuur knipoogje naar het marxisme zal zijn op te vatten.
27
Bob Dylan, Witmark en Warner Bros. demo’s; New York City, 1963-1965.
28
Bob Dylan, The times they are a-changin’, elpee 1964 (CBS-S 62251).
29
Bob Dylan, ‘Only a pawn in their game’ (zie noot 28).
28
Bob Dylan, The times they are a-changin’, elpee 1964 (CBS-S 62251).
28
Bob Dylan, The times they are a-changin’, elpee 1964 (CBS-S 62251).
17
Bob Dylan, The freewheeling Bob Dylan, elpee 1963 (CBS-S 62193).
20
Bob Dylan, Another side of Bob Dylan, elpee 1964 (CBS-S 62429).
20
Bob Dylan, Another side of Bob Dylan, elpee 1964 (CBS-S 62429).
[p. 39]
Deze breuk met zijn vroegere politieke idealen is Dylan destijds door velen zeer kwalijk genomen, vooral door degenen die hem al tot ‘de beste folk-zanger van deze eeuw’ hadden gebombardeerd, en nu waren het zijn ‘fans’ die protesteerden, omdat ze niet inzagen dat Dylan zich niet door het enge kader van ‘folk-songs’ en ‘protest-songs’ kon laten inlijsten. In de concerten die Dylan in die dagen gaf zong hij zijn oude songs overigens nog wel, en ‘The times they are a-changin’’ stond tijdens zijn Engelse tournee in 1965 nog steeds op het programma,30 zij het samen met een aantal van zijn nieuwe songs.
Op Dylans vijfde elpee Bringing it all back home31 zette de breuk met de folk-songs zich ogenschijnlijk nog verder voort. In de eerste plaats werd Dylan hier bij de meeste songs begeleid door een aantal studio-musici, en een beetje onzeker introduceerde men de term ‘folk-rock’. Verder waren de teksten vrij moeilijk, en duidelijke protesten zijn er nauwelijks te vinden.32
Toch is deze elpee eerder verwant met The times they are a-changin’ dan met Another side. Het verschil is, dat Dylan in Bringing it all back home niet meer beschrijft wat er met Amerika aan de hand is, zoals hij dat op zijn derde elpee wél deed, maar hoe Amerika op hem inwerkt. Door deze individuele verwerking heeft Bringing it all back home paradoxaal genoeg een veel universelere betekenis gekregen dan The times they are a-changin’. In Tarantula, de roman die Dylan in 1966 voltooide maar die, op zijn eigen verzoek, pas in het voorjaar van 1971 werd uitgegeven,33 verklaart Dylan ons zijn standpunt: ‘… this land is your land and this land is my land – sure – but the world is run by those that never listen to music anyway’ (blz. 88). Het zijn niet zozeer zijn idealen die Dylan heeft laten vallen, als wel de hoop deze idealen via zijn songs te kunnen verwezenlijken. In ‘Subterranean homesick blues’31 moedigt hij de jongeren niet langer aan de bestaande orde omver te werpen, maar hij waarschuwt integendeel: ‘Look out kid / You’re gonna get hit’, en hij adviseert een beetje spottend: ‘Don’t follow leaders.’ Hoe Amerika op hem inwerkt en welke ‘feed-back’ hij krijgt voor zijn ‘goede bedoelingen’ beschrijft hij in ‘Bob Dylans 115th dream’.31 Amerika is voor hem een nachtmerrie geworden die hij niet kan beïnvloeden en alleen maar kan ondergaan of ontvluchten.
Uit deze song zijn wel bepaalde algemene thema’s af te leiden en ook de opmerking dat ‘even the president of the United States / sometimes must have to stand naked’34 is niet mis te verstaan, maar op Dylans zesde elpee Highway 61 revisited35 zet de individuele verwerking van de songs zich voort – en analogieën met situaties in Amerika of in onze westerse samenleving zijn alleen in ruimere zin opgevat aanwijsbaar.
De song ‘Like a rolling stone’, die kort vóór de publicatie van Highway 61 revisited op single is uitgebracht en ook op deze elpee staat, sloeg aan bij het grote publiek. Over de hele wereld werden er miljoenen van verkocht en het begon duidelijk te worden dat Dylan geen vergissing begaan had toen hij zijn folk-publiek de rug toekeerde, al waren er ook in 1966 nog genoeg mensen
30
In de film Don’t look back laat D.A. Pennebaker een aantal korte momenten van deze tournee zien; van de film is een pocket gemaakt, onder dezelfde titel (New York 1968, Ballantine Books U 7089).
31
Bob Dylan, Bringing it all back home, elpee 1965 (CBS 62515); deze elpee is in Europa uitgebracht onder de titel Subterranean homesick blues.
32
Vergelijk nog Dylans medegevoel voor ‘every hung up person in the whole wide universe’, in ‘Chimes of freedom’ (zie noot 20).
33
Bob Dylan, Tarantula, roman; New York City 1971 (MacMillan Cy 66-25502).
31
Bob Dylan, Bringing it all back home, elpee 1965 (CBS 62515); deze elpee is in Europa uitgebracht onder de titel Subterranean homesick blues.
31
Bob Dylan, Bringing it all back home, elpee 1965 (CBS 62515); deze elpee is in Europa uitgebracht onder de titel Subterranean homesick blues.
34
Bob Dylan, ‘It’s all right ma’ (zie noot 31).
35
Bob Dylan, Highway 61 revisited, elpee 1965 (CBS-S 62572).
[p. 40]
die de ‘folk-rock’ afwezen en Dylan tijdens concerten uitjouwden. Natuurlijk zijn verkoopcijfers geen maatstaf voor kwaliteit; Dylans plotselinge populariteit lijkt me meer te danken aan de reusachtige uitdrukkingskracht van zijn nieuwe muziek – waarmee hij een veel breder publiek bereikte dan met zijn ‘folk’- songs – dan aan de literaire kwaliteit van zijn teksten, al zijn de teksten van de elpee Highway 61 m.i. beter dan van al zijn voorafgaande elpees. De beperkingen die een coupletvorm en rijm aan een songtekst opleggen brengen natuurlijk met zich mee dat de spontaneïteit en de accuraatheid van datgene wat de zanger wil uitdrukken nadelig beïnvloed worden, en in Dylans vroege songs zijn wel nuttloze toevoegingen en opmerkingen aan te wijzen die tot enig doel hebben een rijmwoord op te leveren. Op Highway 61 weet Dylan echter door zijn lichtvoetige spel met de taal de gebeurtenissen en situaties die hij beschrijft semantisch zo om te buigen dat ze in het ritme en het rijmschema van zijn songs passen, zonder dat hierdoor hun essentiële structuur ook maar in het minst wordt aangetast.
Dylan heeft altijd een scherp oog voor details gehad. Zijn ‘talking songs’ getuigen daar op overtuigende wijze van. De songs op Highway 61 zijn zeer geconcentreerd; ieder overbodig woord is weggelaten, en toch worden de details niet uit het oog verloren, want juist door de flitsende tekening van een aantal saillante details weet Dylan voor ons het geheel logisch en scherpomlijnd op te bouwen. Zijn teksten zijn hier moeilijk, moeilijker dan van alle voorafgaande elpees, maar dit is beslist geen onvermogen tot communicatie. Dylan heeft zichzelf alleen het aureool ontnomen dat Hij weet. Hij dringt zo diep door tot de kern van bepaalde vragen dat geen antwoorden meer te geven zijn zonder talloze andere vragen op te roepen.
Alle songs van de elpee zijn een bespreking waard, maar het lijkt me zinvoller er een paar iets uitgebreider te behandelen dan ze alle even vluchtig aan te stippen. ‘Like a rolling stone’35 beschrijft hoe een meisje met laten we zeggen een ‘middle-class’-opvoeding probeert als een hippie te leven en dan ontdekt dat dit toch niet zo romantisch is als ze zich had voorgesteld: ‘You’ve gone to the finest school all right Miss Lonely / …/ And nobody has ever taught you how to live out on the street / And now you’re gonna have to get used to it.’ En Dylan stelt haar spottend de vraag:

How does it feel, how does it feel

To be without a home

To be on your own

Like a complete unknown

Like a rolling stone.
De enige ‘troost’ die hij haar kan bieden is: ‘When you ain’t got nothing / You got nothing to lose / You’re invisible now, you got no secrets / To conceal.’ In vier coupletten weet Dylan hier een complexe situatie te schetsen, zonder, en dat is het geniale van de song, er een caricatuur van te maken. Ik denk dat Dylan veel van zichzelf in ‘Miss Lonely’ zal herkennen.
35
Bob Dylan, Highway 61 revisited, elpee 1965 (CBS-S 62572).
[p. 41]
‘Ballad of a thin man’35 vertoont wel overeenkomst met ‘Like a rolling stone’, al is de hoofdpersoon, waarschijnlijk opzettelijk, hier iets meer als een caricatuur uitgebeeld, waardoor deze song beslist de mindere van ‘Like a rolling stone’ is. Het betreft hier een wat oudere man die wel eens wil weten wat die ‘hippies’ nu eigenlijk uitvoeren. Om zijn belangstelling te tonen vraagt hij bij alles wat hij ziet naar de betekenis en het doel, maar de ondervraagden doorzien zijn wezenlijke ongeïnteresseerdheid met hun lot en sturen hem steeds met een kluitje in het riet:

You raise up your head

And you ask is this where it is?

And somebody points to you

And says, it’s his

And you say, what’s mine

And somebody else says, where what is

And you say, oh my god

Am I here all alone?
En aan het eind van ieder couplet werpt Dylan hem voor de voeten: ‘You know something is happening here / But you don’t know what it is / Do you, Mister Jones?’ – In zekere zin is ‘Mr. Jones’ de tegenpool van ‘Miss Lonely’. Jones stelt vragen maar probeert zichzelf buiten beschouwing te laten. ‘Miss Lonely’ gaat pas vragen stellen als ze de moeilijkheden niet meer kan ontwijken.
Op Highway 61 is Dylan harder, wreder geworden. Zijn spot grenst soms aan cynisme, maar blijft aanvaardbaar omdat hij zichzelf geenszins aan deze spot onttrekt. ‘Desolation row’35 is te vergelijken met ‘Bob Dylan’s 115th dream’, maar heeft een veel universelere reikwijdte. ‘Desolation row’ is niet zonder meer een symbool voor Amerika, het is een symbool voor corruptie en harteloosheid, al zijn veel dingen die Dylan beschrijft zonder meer toepasbaar op de dollar-staat. Het is ook geen van de hak op de tak springende nachtmerrie, zoals de ‘115th dream’. Het is de beschrijving van een vooraf tot in details vaststaande handeling die zich met een lugubere precisie voltrekt. Als Amerika in de ‘115th dream’ gesymboliseerd wordt door een nachtmerrie, dan wordt het in ‘Desolation row’ uitgebeeld als de hel. Dylans vroege preoccupatie met de dood is hiermee wel op een heel ander plan terechtgekomen. De dood is tastbaar aanwezig in deze song, vanaf het sinistere begin: ‘They’re selling postcards of the hanging’ tot en met het op een na laatste couplet, waar Dylan zegt: ‘The Titanic sails at dawn.’ En beter symbool voor naderend onheil had Dylan nauwelijks kunnen bedenken. De Titanic werd destijds als het toppunt van menselijk kunnen en techniek op dat gebied beschouwd (een parallel met het land van de Apollo-vluchten dringt zich toch wel op), maar we weten allemaal dat de Titanic tijdens zijn eerste tocht op een ijsberg liep en roemloos in de golven verdween.
De vergelijking met de Titanic kenmerkt trouwens impliciet de hele song:
35
Bob Dylan, Highway 61 revisited, elpee 1965 (CBS-S 62572).
35
Bob Dylan, Highway 61 revisited, elpee 1965 (CBS-S 62572).
[p. 42]
de passagiers van de Titanic vierden uitbundig feest terwijl het schip al langzaam maar zeker volliep met water. Ook in ‘Desolation row’ viert men feest: ‘The circus is in town’ en ‘across the street they’ve nailed the curtains / They’re getting ready for the feast.’ Dylan maakt het beeld van de Titanic nog functioneler door het onheil voor te stellen als de zondvloed,36 waardoor men wel gedwóngen zal zijn zich toe te vertrouwen aan de wankele bescherming van dit ongeluksschip. Sommigen weigeren botweg te geloven in de ondergang van Desolation Row. Van Ophelia37 wordt gezegd dat ‘her eyes are fixed upon Noach’s great rainbow’ – die toch volgens de Bijbel de belofte inhoudt dat er nooit meer een zondvloed zal komen. Wat ironisch vermeldt Dylan evenwel, dat ‘The fortune telling lady has taken all her things inside’, maar deze waarzegster kan het natuurlijk ook weten dat het gaat ‘regenen’.
Aan de ene kant is er de corruptie van bovenaf, om de massa dom te houden: ‘At midnight all the agents / And the superhuman crew / Go out and round up everyone / That knows more than they do’; aan de andere kant is er de corruptie van onderaf, waardoor ‘menslievendheid’ tot een farce, een show is geworden: ‘And the good Samaritan he’s dressing / He’s getting ready for the show / He’s going to the carnival tonight / On Desolation Row.’ Ook ‘Mr. Jones’ werpt hij voor de voeten: ‘Anyway they already expect / You to all give a check / To tax deductible charity organisations.’38 Iedereen schijnt het iedereen zo moeilijk mogelijk te willen maken in ‘Desolation row’. Er is maar één conclusie mogelijk, en daarom heb ik ‘Desolation Row’ de hel genoemd: ‘L’Enfer c’est les Autres’.39
Deze song is typerend voor een groot aantal Dylan-songs uit deze periode: een vlijmscherpe analyse met een nogal pessimistische conclusie, gepaard gaande met een gevoel van machteloosheid. Dylan kan Desolation Row niet redden, Desolation Row zal zichzelf moeten redden, – ieder zal zijn eigen ark moeten bouwen wil hij de zondvloed overleven.
In juni 1966 bracht Dylan zijn zevende album uit, een dubbel-elpee, geheten Blonde on blonde.40 Ook hier is weer duidelijk een breuk met ouder werk te zien. Highway 61 is zoals gezegd een zeer compacte en complexe elpee, maar op Blonde on blonde zijn de diverse thema’s iets meer uitgebouwd. Vooral ‘love songs’ nemen een grote plaats in en in dit opzicht sluit de elpee eerder aan bij Another side of Bob Dylan dan bij Highway 61, maar Bobs taalgebruik is rijper en rijker aan symboliek geworden, en hierin past hij wel weer bij de voorafgaande twee elpees. De bitterheid van Highway 61 is in sommige songs nog duidelijk aanwezig, met name in het ruim elf minuten lange ‘Sad eyed lady of the Lowlands’.40 Wie de song oppervlakkig beluistert zal getroffen worden door de treurige, bijna sentimentele stemming ervan. De vrouw waar Dylan de song aan richt bedoelt het allemaal erg goed, maar de boze wereld beschaamt haar vertrouwen keer op keer: ‘And with the child of a hoodlum wrapped up in your arms / How could they ever have persuaded you?” Achter Dylans schijnbare medeleven gaan echter bittere verwijten schuil. Ze heeft de
36
Een vroege voorloper van dit symbool is te vinden op de tweede elpee (zie noot 17) in de song ‘A hard rain’s a-gonna fall’. In het eerste couplet van ‘The times they are a-changin’’ zegt hij ook asl ‘Admit that the waters around you have grown’ (zie noot 28).
37
Dylan ontleent graag personen aan Shakespeare, en in het algemeen aan de kunst, de wetenschap en de geschiedenis. In Tarantula komen o.a. voor The merchants of Venice (blz. 29) en Prince Hamlet (blz. 133-137). Romeo speelt ook een rol in ‘Desolation row’.
38
Bob Dylan, ‘Ballad of a thin man’ (zie noot 34).
39
Jean-Paul Sartre, Huis Clos, Paris 1944 (Gallimard).
40
Bob Dylan, Blonde on blonde, elpee 1966 (CBS 66012).
40
Bob Dylan, Blonde on blonde, elpee 1966 (CBS 66012).
[p. 43]
wereld niet haar vertrouwen geschonken, ze heeft de wereld uitgedaagd, met haar onschuld als wapen:

The kings of Tyrus with their convict list

Are waiting in line for their geranium kiss

And you wouldn’t know it would happen like this

But who among them really wants just to kiss you?
Soms lijken zijn love-songs gericht te zijn aan zijn publiek, het publiek dat hem uitjouwde toen hij in 1965 en 1966 zijn concerten met The Band gaf. ‘She’s your lover now’41 kan dit illustreren:

Why didn’t you just leave me

If you didn’t want to stay?

Did you have to treat me so bad?

Did it have to be that way?
Natuurlijk kan dit ook gewoon letterlijk opgevat worden als het afwijzen van een bepaald meisje, maar Dylan richt zich wel meer in zijn songs, en ook in Tarantula, rechtstreeks tot zijn publiek, al kan ik daar nu niet dieper op ingaan. ‘You got a lotta nerve to say you are my friend / When I was down you just stood there grinning’ zegt hij in het bittere ‘Positively Fourth Street’,42 een van zijn schaarse singles. Toch eist hij allerminst van zijn publiek (of zijn vriendin?) dat het hem zal ontzien, dat maakt hij wel duidelijk in ‘She’s your lover now’: ‘I ain’t the judge / You don’t have to be nice to me.’
Dylans humor, satire en zelfspot is ook op deze elpee weer ruimschoots te vinden en als geheel is de elpee minder bitter dan Highway 61. Een pessimistische wereldvisie is ook niet zo expliciet aanwezig. Communicatie-storing is hier het sleutelwoord. Dylan was al een jaar getrouwd toen hij Blonde on blonde uitbracht, maar ik geloof dat de ‘love-songs’ eerder over de breuk tussen Dylan en zijn publiek gaan dan over zijn vrouw. Een studie over zijn roman Tarantula zal hierover zeker meer gegevens kunnen opleveren.
41
Bob Dylan, Outtakes van Blonde on blonde (zie noot 40).
42
Bob Dylan, Positively Fourth Street, singlse 1965 (CBS 1893).
IV. ‘Love-songs’, een rustkuur en hedonisme
Kort nadat Blonde on blonde was uitgebracht, kreeg Dylan een ongeluk met zijn motor en dat ongeluk zou zijn leven radicaal veranderen. De fysieke schade viel nog wel mee, zoals Bobs broer David in The village voice vertelde,43 maar Dylan greep het ongeluk dankbaar aan om zich aan de hoogspanning van concerten, interviews en plaatopnamen te onttrekken. In de vijf jaar die op het motorongeluk volgden zou hij nog maar enkele concerten geven. Wel maakte hij een aantal opnamen met The Band,44 waarvan een ‘demo’-band aan een muziekuitgeverij en een aantal zangers en popgroepen werd gestuurd, die er ook songs van op de plaat gezet hebben.45 Dylans eigen opnamen zijn nooit uitgebracht, en waarschijnlijk waren ze daar ook niet voor bedoeld, anders had hij ze wel in een officiële CBS-studio opgenomen.
Zoals bijna iedere Dylan-elpee duidelijk afwijkt van al het vorige, zo is
43
Toby Thompson, ‘Positively Fourth Street: for old times sake’, The village voice, 24 april 1969.
44
Bob Dylan & The Band, Basement tape; Big Pink, New York State, 1967.
45
O.a. Manfred Mann, The Byrds en Julie Driscoll.
[p. 44]
ook de Basement tape, zoals deze opnamen genoemd worden, duidelijk weer een nieuw aspect van Dylans veelzijdige talent. Christer Svensson schrijft in een (onuitgegeven) scriptie over Dylan voor de universiteit van Lund, Zweden, over deze opnamen: ‘What is immediately striking about the songs is the way Dylan has learnt to write melodies. Before this he mainly used traditional tunes and variations of twelve- and eight-bar blues. Of course, there are some examples of the old style among the new material, but on the whole the melodies are much more imaginative than we have dared expect. It seems that he has learnt a great deal about music from the Band.’46
Soms komt zijn oude pessimistische wereldvisie weer naar voren: ‘Everybody’s building the big ships and boats / …/ Everybody’s in despair / Every girl and boy’47 roept herinneringen op aan de zondvloed van ‘Desolation row’. Nog duidelijker wordt dit in ‘Down in the flood’:44 ‘Crash on the levee, Mama / Water’s gonna overflow / Swamp’s gonna rise / No boat’s gonna row’, en Dylan verzekert ons dat ‘It’s gonna be the meanest flood / That anybody’s seen.’ ‘This wheel’s on fire’44 is ook doortrokken van een gevoel van een naderend onheil: ‘This wheel’s on fire / Rolling down the road / Best notify my next of kin / This wheel shall explode.’
Zijn visie op de wereld is nog niet veel veranderd sinds Highway 61, maar anders dan op die elpee onttrekt Dylan zich hier aan de uiteindelijke conclusie uit deze visie door een hedonistisch getinte levensstijl. Hij laat de wereld de wereld en richt zich alleen naar de plezierige kant van het leven door zich te buiten te gaan aan alle mogelijke genotmiddelen. Herhaaldelijk verwijst hij naar alcoholgebruik: ‘I’ve been… drinkin’ too many kegs’,48 en gastronomische genoegens: ‘Pack up the meat sweet / We’re heading out for Witchita / In a pile of fruit.’49 (Ik kom hier nog op terug). Op de eerste elpee ná Blonde on blonde, geheten John Wesley Harding,50 is van dit hedonisme niet veel meer te vinden. Het is een verzameling korte anecdotes die soms ironisch en soms droevig zijn, en waarin ik persoonlijk een zelfbeschrijving in meta- forische vorm van Dylans carrière terugvind. Alleen de laatste twee songs van deze elpee zijn sterk hedonistisch getint, vooral de laatste, waarin Dylan zijn geluk vindt in de liefde en de alcohol: ‘Bring that bottle over here / I’ll be your baby tonight.’50
Zijn negende elpee Nashville skyline51 is daarentegen puur hedonisme, en daar wil ik toch wel iets dieper op ingaan. Dylans songs, vooral de ingewikkelde songs uit zijn ‘folk-rock’-periode, lenen zich vaak uitstekend voor een metaforische uitleg. Soms kan een aantal songs vrij letterlijk of desnoods ‘surrealistisch’ opgevat worden, maar als men iedere song in de context van Dylans hele oeuvre bekijkt tekenen zich soms duidelijke metaforen af die in een, meer of minder gewijzigde, vorm in een groot aantal songs terug te vinden zijn. Ik heb het woordje ‘rain’ genoemd als symbool voor naderend onheil en geweld, maar door het algemene karakter van dit artikel heb ik me verder zoveel mogelijk van dergelijke specifieke tekstuitleggingen onthouden. Voor Dylans
46
Christer Svensson, Rare and unpublished songs by Bob Dylan, ongepubliceerde scriptie, pp. 34, Lund, Zweden.
47
Bob Dylan & The Band, ‘Quinn the eskimo’ (zie noot 44).
44
Bob Dylan & The Band, Basement tape; Big Pink, New York State, 1967.
44
Bob Dylan & The Band, Basement tape; Big Pink, New York State, 1967.
48
Bob Dylan & The Band, ‘Please Mrs. Henry’ (zie noot 44).
49
Bob Dylan & The Band, ‘Yeah, heavy and a bottle of bread’ (zie noot 44).
50
Bob Dylan, John Wesley Harding, elpee 1968 (CBS-S 63252).
50
Bob Dylan, John Wesley Harding, elpee 1968 (CBS-S 63252).
51
Bob Dylan, Nashville skyline, elpee 1969 (CBS-S 63601).
[p. 45]
ommezwaai naar het hedonisme wil ik echter een uitzondering maken.
Alan Weberman heeft Dylans werken uitgebreid bestudeerd en zich vooral toegelegd op het vinden en verklaren van dergelijke regelmatig terugkerende symbolen en metaforen.52 Hij veronderstelt dat al deze verwijzingen naar hedonistische genoegens metaforen zijn voor het gebruiken van heroïne. Dat lijkt vergezocht, al is bekend dat Dylan vaak drugs, ook ‘hard drugs’, heeft gebruikt, maar het zou erg veel verklaren. Het zou verklaren waarom Dylan zich na Blonde on blonde uit de publiciteit heeft teruggetrokken en in zijn songs alleen nog maar zijn eigen gemoedstoestanden beschrijft. Het zou kunnen verklaren waarom zijn bitterheid verdwenen is en plaats gemaakt heeft voor een bijna gezapige tevredenheid op zijn laatste elpees. Natuurlijk kan het zijn, en dat is door velen als de verklaring gezien, dat Dylans huwelijk en zijn kinderen hem een levensdoel hebben gegeven en dat hij dit geluk wil uitdragen in zijn songs. Deze uitleg bevredigt me echter geenszins. Inderdaad beschrijft Dylan op Nashville skyline dat hij een gelukkige relatie met een vrouw heeft: ‘Every- thing is always right, when I’m alone with you’,53 en ik heb al gezegd dat Dylan vaak zingt over mensen die echt bestaan, dus waarom zou dit zijn eigen vrouw niet kunnen zijn? De reden waarom dit argument me niet overtuigt, is dat de vrouw die hij op Nashville skyline bejubelt zo vreselijk abstract en onpersoonlijk aan ons wordt voorgesteld dat ik haar onmogelijk als een concrete persoon kan zien. Dit wordt des te vreemder als we de vrouw uit Nashville skyline vergelijken met de vaak vlijmscherpe portretteringen en karakterchetsen in zijn vroegere songs. Nergens op heel Nashville skyline geeft Dylan zijn ‘love’ een duidelijke gestalte waaruit blijkt met wat voor iemand we te maken hebben. De hele elpee is zo abstract en kaal dat Dylan tegen een blinde muur lijkt te praten.54
Als zijn ‘love’ de heroïne is zou dit de abstractheid van de songs kunnen verklaren, en de invloed van de heroïne zou kunnen verklaren waarom Dylan niet in staat was zijn gedachten beter te formuleren. Met Nashville skyline is Dylan ver beneden het niveau van al zijn vroegere elpees gedaald. Humor is bijna volkomen afwezig. De elpee is gevoelsarm en kil, een paar songs uitgezonderd, ondanks Dylans verwoede pogingen ons te doen geloven dat hij het ware geluk eindelijk gevonden heeft. Zelfs zijn eerste elpee had veel meer karakter en zeggingskracht dan de ruggegraatloze liefdesliedjes op Nashville skyline. Ook in de uitvoering van de songs slaagt Dylan er voor mij niet in op overtuigende wijze uiting te geven aan zijn gevoelens. Alles klinkt erg mooi en uitgebalanceerd en Dylans stem is minder rauw dan vroeger, maar het klinkt ook kunstmatig en geaffecteerd, terwijl zijn vroege songs hun kracht juist voor een belangrijk deel ontleenden aan hun natuurlijkheid en oprechtheid.
De onechte gelukssfeer van Nashville skyline is op de hierop volgende elpee Self portrait55 alleen nog maar kaler en nog onechter geworden. In de eerste plaats zijn maar enkele songs van deze dubbel-elpee door Dylan zelf geschreven, en dan nog voornamelijk oudere, vaak al eerder gepubliceerde songs, die hij in
52
Alan Weberman heeft een boek geschreven over Dylan dat vanwege de copy-rights nog niet gepubliceerd is. Weberman haalt namelijk steeds vrijwel de hele tekst van een song aan in zijn analyses en Dylan wil daar geen toestemming voor geven. Ik heb het boek gelezen toen ik vorig jaar (1970) een paar weken in Webermans ‘Dylan Archives’ in New York doorbracht. Een gedeelte van de informatie over de banden is uit Webermans boek afkomstig, al is dit niet expliciet vermeld. Behalve de vele artikelen die Weberman zelf over Dylan het licht heeft doen zien, is er over Weberman een artikel verschenen in Rolling stone van 4 maart 1971: ‘The Alan J. Weberman story’, door Claudia Dreifus.
53
Bob Dylan, ‘To be alone with you’ (zie noot 51).
54
Vergelijk Bob Dylan, ‘Lay lady lay’ (zie noot 51).
55
Bob Dylan, Self portrait, elpee 1970 (CBS-C2X 30050).
[p. 46]
een concert op het eiland Wight gezongen had,56 en die stuk voor stuk veel slechter en oppervlakkiger zijn dan de originele uitvoeringen. Een aantal andere songs staan wel aangegeven als nieuwe eigen songs, maar zijn in werkelijkheid traditionals waarin hij een paar woordjes heeft veranderd. De geaffecteerde sfeer wordt op deze elpee nog verder uitgehold door een gemaakte onpersoonlijke stem en door lieflijke vrouwenkoortjes en strijkjes op de achtergrond. De rest van de elpee bestaat uit afgesleten evergreens als ‘Blue moon’, ‘Take a message to Mary’ en ‘Take me as I am’, die door Dylan alleen nog maar verder afgesleten worden.
‘A poem is a naked person’ schreef Dylan in het gedicht dat hij op de hoes van Bringing it all back home publiceerde. De ‘naked person’ is evenzeer de artiest zelf als zijn publiek. Alle stijlen die Dylans songs en gedichten tussen 1960 en 1968 hebben doorlopen zijn alleen maar evenzovele aspecten van deze ‘naked person’, maar Nashville skyline is dat niet: het is een masker, waarin ik noch Dylan, noch mezelf kan herkennen. Dylan realiseerde zich in 1966 heel goed dat hij als de beste songtekstschrijver, en door sommigen zelfs als de beste dichter van onze eeuw beschouwd werd: en dit beeld van zichzelf heeft hij bewust willen vernietigen.
Zou Nashville skyline een – niet zo geslaagde – parodie op Dylan-dedichter kunnen zijn, Self portrait is een wredere satire. Self portrait lijkt me een uiting van grenzeloze zelfverachting, en als zodanig vind ik dit de meest cynische elpee die Dylan ooit gemaakt heeft. Ook deze zelfverachting wordt verklaarbaar als we aannemen dat Dylan in die tijd verslaafd was aan heroïne; zelfverachting is een veel voorkomend verschijnsel bij ‘junkies’.
Dat Dylan besefte dat hij met Self portrait te ver gegaan was met zijn zelfvernietiging moge blijken uit het feit dat hij nog geen drie maanden na deze elpee al weer opnamen maakte voor een nieuwe, – heel passend New morning57 geheten. Deze nieuwe elpee is als geheel beter dan Nashville skyline en zeker beter dan Self portrait, al is ook hier nog wel een masker van abstract hedonisme te vinden. In ieder geval zijn alle songs nu weer door Dylan zelf geschreven, en in een aantal songs probeert hij ons weer te vertellen hoe blij hij is met zijn ‘true love’, en ook hier slaagt hij er weer niet in haar concreet gestalte te geven. Toch zijn er ook songs waarin Dylan toegeeft dat hij zich niet zo happy voelt, met name in het prachtige ‘Time passes slowly’:57

Ain’t no reason to go in a wagon to town

Ain’t no reason to go to the fair

Ain’t no reason to go up

Ain’t no reason to go down

Ain’t no reason to go anywhere.
Verder krijgt de anecdote op deze elpee weer een bescheiden plaats toebedeeld. In het voorjaar van 1970 werd Dylan door de universiteit van Princeton een eredoctoraat in de muziek geschonken58 en velen herkennen deze gebeurtenis in ‘Day of the Locusts’:57
56
Bob Dylan & The Band, Isle of Wight concert; Isle of Wight, Engeland, 31 augustus 1969.
57
Bob Dylan, New morning, elpee 1970 (CBS-S 69001).
57
Bob Dylan, New morning, elpee 1970 (CBS-S 69001).
58
Rock magazine, 6 juli 1970.
57
Bob Dylan, New morning, elpee 1970 (CBS-S 69001).
[p. 47]

There was little to say

There was no conversation

As I stepped to the stage

To piek up my degree.
Dylan slaagt er uitstekend in zijn gevoel van onbehaaglijkheid bij zo’n officiële huldiging op ons over te brengen: ‘I glanced into the chamber where the judges were talking / Darkness was everywhere, it smelled like a tomb / I was ready to leave, I was already walking / But the next time I looked there was light in the room.’ – Voor het eerst sinds John Wesley Harding geeft Dylan ons op New Morning weer enkele staaltjes van zijn wat bijtende humor. In ‘Day of the Locusts’ zegt hij: ‘The man standing next to me his head was exploding / Oh, I was praying the pieces wouldn’t fall on me.’
Op de single die Dylan ruim een half jaar na New Morning uitbracht is geen hedonisme meer te vinden. In Watching the river flow59 beschrijft hij weliswaar dat hij nog wel terug wil naar zijn ‘love’: ‘Wish I was back in the city /…/ [with] The one I love so close at hand’, – maar hij gaat niet naar haar toe: ‘But right now I just sit here and watch the river flow.’ Op de achterkant van de single, Spanish is the loving tongue,59 beschrijft hij ook dat hij zijn ‘true love’ kwijt is: ‘Haven’t seen her since that night.’ Uiterlijke omstandigheden dwingen hem min of meer hier toe: ‘I can’t cross the line you know / They want me for a gamblin’ fight’, maar Dylan legt zich erbij neer dat het beter is als hij zijn ‘true love’ niet meer opzoekt: ‘It’s better so.’
Als de heroïne-hypothese op waarheid berust, lijkt Dylan zich weer aan deze invloed te ontworstelen. Zijn nieuwste songs getuigen daarvan en het feit dat hij op l augustus 1971 zijn medewerking verleende aan twee concerten ten bate van de Oost-Pakistaanse vluchtelingen, en daar in een spijkerjack verscheen (tijdens het concert op Wight droeg hij een keurig smetteloos wit pak), en een paar van zijn oude ‘protest’-songs als ‘Blowin’ in the wind’ en ‘A hard rain’s a-gonna fall’ ten gehore gaf,60 bewijst toch wel dat hij zijn image van gelukkige brave huisvader weer kwijt wil. Dit alles geeft weer hoop dat we alle ‘other sides of Bob Dylan’ nog niet gezien hebben. Wat hij tussen 1962 en 1968 geproduceerd heeft is voldoende om hem onder de grootste dichters en (pop)zangers van onze tijd te rangschikken, en Nashville skyline en Self portrait en alles wat hij hierna nog zal publiceren kunnen daar niets aan afdoen. Hooguit kan Dylan er nog iets aan toevoegen, als hij het weer aandurft een ‘naked person’ te zijn.

 

[ontleend aan de DBNL]

Your comment please...

  • RSS
  • Facebook
  • Twitter