blog | werkgroep caraïbische letteren

Batavia berijmd: promotie Adrienne Zuiderweg

Op vrijdag 16 juni a.s. verdedigt Adrienne Zuiderweg aan de Universiteit van Amsterdam haar vuistdikke proefschrift Batavia berijmd. Een geschiedenis van de Compagniesliteratuur en een overzicht van de Compagniesdichters in Batavia.

 

 

Kaart van Batavia (uit Jan de Marre, 1740).

Adrienne Zuiderweg schetst een overzicht van de belangstelling en de bestudering van archivarissen voor de nagelaten papieren van de VOC (1602-1799) en de dichtkunst van het Compagniespersoneel. Zij geeft biografische informatie van de archivarissen, publicisten, literatoren, letterkundigen en Compagniesdichters in een breed cultureel en literatuurhistorisch kader, waarmee ze de geschiedschrijving van de Compagniesliteratuur in een nieuw licht wil zetten.

Adrienne Zuiderweg. Foto © Michiel van Kempen

Mw. A.M. Zuiderweg: Batavia berijmd. Een geschiedenis van de Compagniesliteratuur en een overzicht van de Compagniesdichters in Batavia. Promotor is prof. dr. M.H.G. van Kempen. Copromotor is prof. dr. A.N. Paasman.

Promotie: vrijdag 16 juni 2017, 13.00 uur, aula Universiteit van Amsterdam, Spui, Amsterdam

Samenvatting Batavia berijmd

In 1809 werd in Weltevreden een nieuw bestuurscentrum gebouwd. Sommige archieven werden van het Kasteel, het voormalige bestuurscentrum van de VOC in Oost-Indië, naar de nieuwe kantoren overgebracht, andere archieven werden op zolders in de benedenstad opgeslagen. Pas in de tweede helft van de negentiende eeuw was er belangstelling voor deze archieven. Ze waren incompleet omdat mieren gaten erin hadden gegeten, inktvraat of schimmel de notities onleesbaar hadden gemaakt en sommige documenten als munitie waren gebruikt.
J.A. van der Chijs ordende vanaf de jaren zestig van de negentiende eeuw systematisch de papieren erfenis van de VOC. Zijn opvolger F. de Haan gaf met Priangan (1911-1912) aanzet tot de belangstelling voor de Compagniesgeschiedenis en de Compagniesliteratuur. In het eerste deel van Batavia berijmd, wordt deze belangstelling van archivarissen, literatoren en letterkundigen op de voet gevolgd. Bijvoorbeeld Samuel Kalff met de eerste bloemlezing Oost-Indisch landjuweel (1902). Evenals de gedrevenheid van E. du Perron bij het samenstellen van De muze van Jan Companjie (1939, 1948) en het ongepubliceerde vervolg ‘Van Kraspoekol tot Saïdjah’. Rob Nieuwenhuys genereerde met Oost-Indische spiegel (1972, 1973, 1978) bij neerlandici op universiteiten belangstellening voor de Indisch-Nederlandse letterkunde. In 1985 werd de gelijknamige werkgroep opgericht. In Amerika publiceerde E.M. Beekman Troubled Pleasures. Dutch Colonial Literature from the East Indies 1600-1950 (1996).
Het eerste deel van Batavia berijmd zoekt descriptief-analytisch en historiografisch aansluiting bij de bestaande literatuurgeschiedenissen.
Het tweede deel van Batavia berijmd beschrijft de poëzie van bekende en onbekende Compagniesauteurs waarbij ook aandacht is voor hun Bataviaas verblijf.

1 Trackback/Ping

Your comment please...

  • RSS
  • Facebook
  • Twitter