Arubaanse intimiteit & vrolijkheid
Op zondag 14 september j.l. vond in het Arubahuis een literaire manifestatie plaats. Promovendi van de leerstoel Nederlands-Caraïbische Letteren van de Universiteit van Amsterdam (prof. Michiel van Kempen) gaven presentaties, terwijl de schrijvers Olga Orman, Giselle Ecury, Sonia Ruiz, Walter Palm en Charlotte Doornhein acte de présence gaven en voorlazen uit hun werk. Het publiek moest al vanaf de Laan van Meerdervoort aanschuiven, maar had de wachttijd graag over voor een prachtige culturele middag, die vlot aan elkaar werd gepraat door de Arubaanse literatuurdeskundige en hoogleraar prof. Wim Rutgers.Een fotoreportage van Michiel van Kempen.
V.l.n.r. Charlotte Doornhein (die een tip[je van de sluier van het komende Arubaanse boekenweekgeschenk oplichtte), Giselle Ecury, Walter Palm, Orchida Bachnoe.
Giselle Ecury leest voor uit haar jongste roman, De rode appel: “zo’n grote piemel had ik nog nooit gezien”.
Joe Fortin sprak over het beeld van Aruba van Columbus tot nu.
Olga Orman
Een plaat van Padu Lampe die voorbijkwam in de presentatie van Tim de Wolf
Sonia Ruiz, links vooraan, met een deel van het publiek dat een stoel had weten te bemachtigen
Prof. Wim Rutgers onderhoudt zich met promovendus Paul Hollanders terwijl prof. Michiel van Kempen het geheel bezag en zag dat het goed was.
Sharida Mohamedjoeseof sprak glashelder over “coolitude”, Bea Vianen en Anil Ramdas
Tim de Wolf presenteerde een deel van de geschiedenis van de Arubaanse fonografie
Padu Lampe kijkt vanaf een schilderij toe op een grammofoonplaat met het Padu Trio.
Walter Palm heeft zojuist een van de 52 gedichten voorgedragen over zijn Sheherazade (a.k.a. Orchida Bachnoe). Bij de gedachte aan de eerste kus grijnst Palm parmantig
Prof. Wim Rutgers in gedachten verzonken bij het tiende gedicht over Sheherazade (a.k.a. Orchida Bachnoe) van Walter Palm. Hij draagt de versierselen van het Officierschap van Oranje-Nassau aan de vooravond van Prinsjesdag.
Jaja
RSS
Facebook
Twitter
Mooie foto impressie. Smaakt naar meer. Had graag erbij willen zijn, jammer. Ben trots op mijn landgenoten en collega’s.
Pabien allemaal.