blog | werkgroep caraïbische letteren

Aanhalen van de Nederlandse koloniale banden: Mijn broer de neger

door Jerry Dewnarain

.

Marion Aker heeft naast de roman Mijn broer de neger, die in dit artikel wordt besproken, een verhalenbundel, genaamd De sigarettenman en andere Caribische verhalen, uitgegeven. In 2014 kwam haar boek Mijn broer de neger uit. Met dit boek wil Aker de levendige band bewijzen die Nederland heeft met Curaçao. Het is de tegenhanger van Mijn zuster de negerin, de novelle van Cola Debrot die in 1935 is geschreven, stelt de schrijver. Over dit laatstgenoemde boek leest u verderop in dit artikel wat opmerkingen.

 

Waarom benadert Aker de binding tussen Nederland en Curaçao in Mijn broer de neger? De schrijver vindt dat Nederland te weinig aandacht heeft voor zijn koloniale geschiedenis. Volgens Aker worden Antillianen, Surinamers en Indonesiërs in Nederland gezien als buitenlanders, terwijl dat niet zo is. Nederland heeft dus een verantwoordelijkheid voor mensen die uit de voormalige koloniën komen, beweert Aker. Zij haalt haar inspiratie voor het schrijven uit de liefde die zij heeft voor het eiland Curaçao. Schrijven is voor haar een medium om haar gevoelens en gedachten te uiten. (Bron: https://www.youtube.com/watch?v=Z4BXgvdmKyc).

 

In een interview met Marija Kocetanovic van Womanlink stelt Aker dat zij zelf ook die culturele verschillen tussen Nederland en de Antillen heeft ervaren. Zij heeft als dertiger drie jaar op de Antillen gewoond. Daar was zij docente Nederlands en journalist. Het was voor haar niet gemakkelijk om daar vriendschappen op te bouwen en ook bij terugkomst in Nederland had zij moeite om zich weer in Nederland thuis te voelen. De culturele verschillen en het gevoel van ontheemding hebben haar geïnspireerd om Mijn broer de neger te schrijven. In deze roman beschrijft zij het leven van een Curaçaose man, die naar Nederland emigreert om er een betere toekomst op te bouwen. Het boek beschrijft de naakte werkelijkheid van het wonen in een vreemd land, de confrontatie met de grote culturele verschillen, de tegenstellingen en de queeste (zoektocht) van de hoofdpersoon naar zijn roots. In het fragment (zie hieronder) kun je zien op welke fantastische manier de schrijver de twee personages met elkaar in contact brengt en hoe deze figuren achter hun verwantschap komen.

In de roman valt een blanke vrouw voor een zwarte man in Nederland. Iris van Galen probeert met Oscar Juliana een gezin te stichten. Maar Oscar voelt er niet veel voor. De geheime relatie tussen Iris en Oscar gaat stuk. Hierna besluit Iris naar Curaçao op vakantie te gaan. Daar komt zij achter dezelfde ontknoping als die in 1935 plaatsvindt met de verschijning van Mijn zuster de negerin: verliefde stellen blijken elkaars bloedverwanten te zijn.

 

De 1e druk van Debrots Mijn zuster de negerin, 1934

Als de schrijver stelt dat Mijn broer de neger nieuw licht schijnt op Debrots Mijn zuster de negerin (p. 5) dan is een korte uiteenzetting van het laatstgenoemde boek gewenst. Deze klassieker uit de Antilliaanse literatuur gaat over een jongeman die terugkeert naar het tropische eiland waar hij is geboren. De Europese vrouwen is hij beu en hij neemt zich voor om op het eiland een zwarte minnares te vinden. ‘Bij een negerin wil ik leven. Ik zal haar noemen: mijn zuster de negerin’, besluit Frits als hij aankomt op het eiland. In Europa miste hij bij de blanken ‘broederlijke en zusterlijke sympathie’ en vond slechts ‘visachtige kilheid’ (p. 5). Bij de zwarte vrouwen van het eiland zal hij ‘zwartheid en aanhankelijkheid’ (p. 12) vinden. Frits ontmoet zijn zwarte jeugdvriendinnetje op de plantage waar hij is opgegroeid, maar wanneer hij op het punt staat om met haar de liefde te bedrijven, grijpt de grootvader van het meisje in door op de deur te bonzen en de waarheid van haar afkomst uit te schreeuwen: het meisje is zijn (half)zus.

In deze novelle worden twee maatschappelijke motieven aan de kaak gesteld: de interetnische verhouding, dus de vermenging der rassen (ook in Mijn broer de neger), en de incestueuze verhouding, dus de verbreking van het intra-familiale taboe. Hiermee laat Debrot zien dat hij heeft geprobeerd een cultuurdocument te schrijven; hij heeft geprobeerd een weergave te geven van twee motieven uit de Antilliaanse samenleving. Die rassenvermenging is een van de belangrijkste kenmerken van de Antilliaan, stelt Debrot: ‘Wij kennen een fysieke, wij kennen ook een mentale creolisering. Wie niet van buiten vernegert, vernegert wel van binnen. Wij kunnen eveneens het omgekeerde stellen, wie niet van buiten verbleekt, verbleekt wel van binnen. Kortom, de Antillianen creoliseren allen zonder uitzondering, zij zijn allen “café au lait, van buiten of van binnen”. (Debrot, C., 1977: ‘Verworvenheden en leemten van de Antilliaanse literatuur’. (In: ed. J. de Palm, Verzameld werk. Dl.1 Amsterdam 1985, p. 184). In Mijn zuster de negerin is er dus sprake van vermenging tussen blank en zwart, vooral van vermenging ‘van binnen’. ‘Van buiten’ zijn de personages zeker geen ‘café au lait’, maar duidelijk aan elkaar tegengesteld als blank en zwart zoals ook in Mijn broer de neger. Deze tegenstelling gaat gepaard met een hiërarchische machtsverhouding waarbij blank boven zwart staat.
In Mijn broer de neger zien we dus dat het omgekeerde het geval is: een blanke vrouw probeert een zwarte man, een neger, te strikken voor een relatie. Als beide boeken worden vergeleken, komen er veel tegenstellingen aan het licht. In beide boeken is er sprake van tegenstellingen (blank-zwart, kolonisator-gekoloniseerde, rijk-arm).

 

Een ander boek uit de Antilliaanse literatuur, Tirami sù, van de Curaçaose schrijver Ronny Lobo, heeft ook enkele raakvlakken met Mijn broer de neger. Beide boeken hebben als thema de queeste naar je roots, je identiteit. In het kort gezegd, het boek gaat over een spannende zoektocht van twee tieners naar hun afkomst. Deze laatste zin uit pagina 14 van Tirami sù geeft de hoofdgedachte van het verhaal weer: uit verschillende relaties zijn twee kinderen voortgekomen, Elroy en Silvana. Elroy gaat door voor de zoon van Karin en Roy, en Silvana is geadopteerd. Zij raken smoorverliefd als ze op dezelfde Curaçaose school terechtkomen. Rond hun puberteit ontstaat bij beide kinderen een drang om op zoek te gaan naar hun identiteit. De ontknoping van het verhaal wordt ondersteund dankzij internet: met dit medium komen de jonge tieners tot de ontdekking dat zij halfbroer en -zus van elkaar zijn. Tirami sù is geen tegenhanger van Mijn zuster de negerin zoals Mijn broer de neger. Het is een moderne versie van Cola Debrots boek Mijn zuster de negerin. De toepassing van internet, het gebruik van mobiele telefoons, sms’jes en laptops maken het verhaal heel modern voor de jonge lezers. Wat deze boeken gemeen hebben, is dat deze een serieus onderwerp aankaarten namelijk interraciale verhoudingen in een postkoloniale samenleving.

Maria Aker: Mijn broer de neger. Roman. Uitgeverij Conserve, Schoorl, 2014. ISBN 978 90 5429 374 3.

 

Maria Aker

Fragment uit Mijn broer de neger
‘Iris stapt uit. ‘Kun je niet uitkijken, godverdomme!’ Ze loopt om haar gloednieuwe Opel Corsa heen. Oscar is ook uitgestapt en betast de deuk in de punt van de motorkap waarmee hij de Corsa heeft geraakt. De koplamp is aan gruzelementen gedrukt. ‘Koño,’ mompelt hij. ‘In welk land heb jij je rijbewijs gehaald!’ zegt Iris hatelijk. ‘Ik ben geen buitenlander,’ antwoordt Oscar koel. Er zit een fikse deuk in het passagiersportier. Strepen oranjebruine lak kleven aan het blik van de turkooizen autodeur. ‘Dat wordt garagewerk,’ concludeert Iris, ‘en dat wordt betalen ook!’ ‘Rustig, rustig,’ antwoordt Oscar, ‘ik ben volledig verzekerd. Niet ik betaal, maar de verzekering. Geen probleem. Ik pak het schadeformulier. Rustig.’ ‘Rustig?’ snauwt Iris, ‘jíj had rustig moeten doen!’ Oscar vouwt het formulier open op het dak van de auto, draait Iris zijn rug toe en begint te schrijven. Iris staat met gebalde vuisten achter hem. Tranen lopen in haar ogen. ‘Voertuig B. Verzekeringnemer,’ leest Oscar hardop. ‘Wat is uw naam? Familienaam.’Iris slikt. ‘Van Galen,’ piept ze. Ze verbergt haar trillende wangen achter een hand.’

1 comment to “Aanhalen van de Nederlandse koloniale banden: Mijn broer de neger

  • Ook interessant om Schutkleur, de roman van Bernadette Heiligers, te vergelijken met Mijn zuster de negerin.

Your comment please...

  • RSS
  • Facebook
  • Twitter